op de wallen slechts gedeeltelijk tot zwijgen kon worden gebracht
en zich niet onbetuigd liet, dan is het verklaarbaar, dat men b.v. in
de nacht van de i^e op de 16e van de 400 benodigde arbeiders er
slechts 200 kon krijgen, en dat van deze des avonds nog 84 op het
werkappèl mankeerden. De 19e meldden zich slechts 1^0 man van
de 600 die nodig waren. Dat de verdedigers reeds enige dagen te
voren de gracht nog drie voet hadden opgezet, zodat zelfs de oevers
onderliepen, strekte evenmin om de gang van zaken te bespoedigen.
Het zelfde gold van de ziekten in het leger, die ook de gedeputeer
den niet spaardenwij horen althans, dat zowel Pesters als Hooft
en Vegelin, mitsgaders de secretaris van deze, vrij ernstig ziek
waren1).
Met het aftappen van het water ging het niet voorspoedig. Wel
was een gracht gegraven van de Madicq naar de Zuidelijke inundatie,
maar voor het Zuidfront trok men hier blijkbaar weinig profijt van.
Door het maken van coupures trachtte men het water uit de voor
gracht te doen lopen, maar het gevolg hiervan was voorlopig slechts
dat de loopgraven onderliepen.
De oude attaque tegenover het kasteel werd 's nachts nog steeds
door een van de vier wachtbataljons bezet. Het op wacht komen
hier was een buitenkansje, want er heerste vredestoestand, evenals
buiten de poort van St. Omer, waarbij bleek dat de geallieerde en
Franse krijgslieden goed met elkaar konden opschieten. Op be
scheiden schaal ontwikkelde zich een ruilhandel in tabak, brande
wijn en andere voor de soldaat onmisbare artikelen. Sommige
Franse soldaten zeiden te hopen, dat de belegeraars hen spoedig
zouden komen aflossen, en vroegen waarom zij niet wat meer
voortgang maakten met hun beleg 2).
Hadden deze soldaten hun bekomst van het leven in een dag en
nacht gebombardeerde stad, ook het geduld der burgerij werd op
een zware proef gesteld. Vele huizen werden beschadigd of vernield
door de bommen; verschillende, waar brand uitbrak, geplunderd.
Goësbriand vroeg enige malen een vrijwillige lening van geestelijk
heid en burgerij, en wie er niet aan meedeed werd bedreigd met
inlegering van dragonders. Zo kreeg de 'Prevöt des chanoines', die
herhaaldelijk had geweigerd zijn aandeel van ^oo pond voor de
goede zaak bij te dragen, maar even veertig van deze medebewoners.
Alle handkorenmolens werden in beslag genomen, onder het stad-
680
Ivoy 12/13, ls/l6> 29/2o October. Begin van de regentijd: Bucquoy £08. Slothouwer 424.
2) Bucquoy £08. Typerend is ook wat het Franse journaal verhaalt op 29 October: 'Plusieurs
officiers chassant dans les prés et marais de la Porte de St Omer, ou ils se rencontrent avec ceux
des ennemis, se parient et chassent ensemble, comme s'ils étoient en paix'.