Tot gouverneur werd benoemd Cornelis van Nassau-Wouden berg, wiens adjudant Smissaert de tijding der capitulatie naar Den Haag bracht1). Te velde geschiedde in de Octobermaand weinig belangrijks. Het voornaamste zijn enige aanslagen. De onvermoeide Dumoulin wilde voor de derde maal een aanslag op Leuven ondernemen, en had zijn troepen reeds in de nabijheid geposteerd, toen de kolonel Pascal, garnizoenscommandant van Brussel, die blijkbaar gewaar schuwd was en de 12e met een 1 oo-tal dragonders in de stad was gekomen, de burgerij in de wapenen liet komen, en met deze en zijn dragonders de vijand tegemoet trok. Bij Haasrode, een half uur ten Zuiden van Leuven, viel een gevecht voor, waarbij Dumoulins partijgangers ten enenmale werden verslagen en uiteengejaagd, en ongeveer 160 gevangenen achterlieten. De rest trok langs allerlei wegen naar Namen terug. Evenmin hadden de bondgenoten geluk met een poging, Charleroi te verrassen. In de nacht van de 1 ^e trokken daartoe enige troepen uit Brusselzij zouden onderweg nog door andere worden versterkt. Regen en duisternis waren de oorzaak, dat de afspraak miste, de tijd verliep en de aanslag werd ontdekt, zodat de troepen onver richter zake de terugweg namen. Gelukkiger was op het einde der maand een Franse partij uit Ieperen, die er in slaagde, te Brugge een of meer magazijnen waarin fourage voor de winterkwartieren was opgeslagen, te verbranden. Meer dan 80 000 rations zouden bij deze gelegenheid verloren zijn gegaan. Tot geluk voor de geallieerden mislukte een dergelijke aanslag, op de magazijnen te Doornik ondernomen 2). De geallieerden waren indertijd het beleg van Aire begonnen in de hoop, ingeval van een eventuele spoedige overgave nog St. Omer te kunnen veroveren, doch dat hiervan thans geen sprake kon zijn, is duidelijk. Nog enige dagen bleven de troepen ter plaatse tot het slechten van de loopgraven en batterijen, om de i^e November op mars te gaan naar de winterkwartieren 3). 688 Slothouwer 426. De benoeming van Nassau-Woudenberg was een teleurstelling voor Philip Vegelin, die voor zijn oom, de generaal-majoor Vegelin, naar de post had gesolliciteerd. 2) Over deze aanslagen: Eur. Merc. 2e st. 286, 288; Quincy VI-389, '91, '92; Murray V-203. Over aanbiedingen tot het verbranden van de hooimagazijnen te Valenciennes en elders: Res. R.v.St. 19 December 1710 (R.v.St. 1872). 3) Een lijst van de winterkwartieren in Eur. Mere. 1711, p. 143-146. Het bevel over de garnizoenen aan de Franse grens voerde Albemarle. Op het einde van September vat Marlborough, in de hoop dat Aire vóór ongeveer 20 October zou vallen, nogmaals het plan op van een aanslag op Calais of Boulogne d.m.v. een landing. Hop infor meerde in opdracht van de Raad van State bij zeelieden te Rotterdam naar de mogelijkheid van een landing tussen Calais en de Canche. De zeelieden achtten de landing aldaar steeds gevaarlijk, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 728