weg naar het Franse binnenland had weten te sluiten; het daarna opgevatte plan, naar de kust door te dringen en Calais of Boulogne te nemen was afgestuit op de onverwacht lange duur van de be legeringen van Bethune en Aire, zodat de bondgenoten zelfs aan die van St. Omer niet meer zijn toegekomen. Erkend moet dan ook worden, dat de Franse koning ditmaal zeer gelukkig is geweest in de keuze der vestingcommandanten. Behalve Villars zijn ook Albergotti, Puy-Vauban en Goësbriand generaals geweest, aan wie Frankrijk en zijn koning grote verplichtingen hebben gehad. OORLOG IN SPANJE. SLAGEN BIJ ALMENARA EN SARAGOSSA Op het Iberisch schiereiland waren de veldtochten der laatste jaren weinig beslissend geweest. Het overwicht, dat na de slag bij Almansa onbetwist aan de zijde der Bourbons was geweest, had echter van lieverlede voor een evenwichtstoestand plaats gemaakt, zodat Philips van Anjou in het afgelopen jaar niet alleen geen veroveringen had kunnen maken, maar Starhemberg zelfs Balaguer, en daarmee een belangrijk bruggehoofd op de Segre, had kunnen bemachtigen. En nog meer wijzigde zich de toestand ten gunste der geallieerden, toen koning Lodewijk het in het najaar met het oog op de te hernieuwen vredesonderhandelingen nodig achtte, zijn strijdkrachten, die hij bovendien elders nodig had, uit Spanje terug te trekken. Bedenken wij, dat de oorlog tot nog toe voor een groot deel met Franse troepen was gevoerd, dan is het duidelijk welk een deerlijke verzwakking dit betekende. Met grote ijver zette Philips zich echter aan het werk, om het verlies door Spaanse nationale troepen te doen vergoeden; deels door uitgebreide werving van vrijwilligers, deels door gedwongen lichting in de steden en dorpen, waarbij afkoop en plaatsvervanging waren toegestaan. Door vrijwillige en semi-vrijwillige bijdragen van adel, geestelijkheid en gemeenten werd zo goed mogelijk in de vereiste geldmiddelen voorzien. Met grote krachtsinspanning, waarbij de aanhankelijkheid van het volk HOOFDSTUK XI (Zie Schets nr. 28) 690

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 730