versterking bracht het leger op 35- bataljons en 52 eskadrons1). In de vroege morgen van de 26e bi-achten uitgezonden patrouilles de tijding dat de vijand zijn kamp had opgebroken en op mars was naar Lerida. Aanstonds werden huzaren uitgezonden om 's vijands mars te blijven verkennen en zoveel doenlijk te hinderen. Nadat Wetzel nog in de voormiddag bij het leger was aangekomen werd in de gehouden krijgsraad besloten, de vijand nog vóór Lerida te onderscheppen en tot een slag te dwingen. Later op de dag kwamen echter berichten binnen, dat het vijandelijke leger Lerida reeds had bereikt en er zijn kamp had opgeslagen. Opnieuw werd nu krijgsraad gehouden. Starhemberg zag in, dat Anjou voornemens was, stelling te nemen achter de Noguera en zodoende de geallieerden de toegang tot Arragon te ontzeggen. Wilde men hem hierin vóór zijn, dan was spoed geboden, vooral omdat men ook nog de Segre had te passeren en hiervoor op de stenen brug bij Balaguer was aangewezen. Stanhope werd nog des avonds vooruit gezonden met de op dracht, zich van de overgang bij Alfaras meester te maken en aldaar een brug te slaan, in afwachting van de aankomst der hoofdmacht. Hij kreeg hiertoe de beschikking over 4 regimenten (8 eskadrons) dragonders van de linkervleugel deze stond het dichtst bij de brug van Balaguer -, n.l. twee Engelse en de Hollandse van Mattha en Schlippenbach voorts over 20 compagnieën grenadiers, 6 stukken geschut en de pontontrein. De dragonders stonden onder de Britse generaal-majoor Pepper, het overige onder de keizerlijke generaal- majoor Eck. Om vijf uur des namiddags volgde de hoofdmacht in deze volg orde: infanterie, cavalerie der linkervleugel, artillerie, cavalerie der rechtervleugel. De overtocht duurde de gehele nacht, en het stemde tot grote voldoening dat dank zij de goede orde en de uitstekende geest der troepen des morgens 8 uur allen de brug waren gepasseerd. Bij het riviertje de Farfana moest weer alles over één brug. Aan de overzijde werd twee uur rust gehouden en intussen de cavalerie aan het hoofd der colonne geplaatst. Te Algerri, een uur gaans van de Noguera, werd bericht van Stanhope ontvangen, dat hij (des morgens 7 uur) de Noguera was overgetrokken, een brug had geslagen, en nog geen vijand had gezien. Een half uur later kwam een tweede bericht binnen, hetwelk 695^ aangekomen. De sterkte van het door Wetzel meegebrachte detachement bedroeg vlg. Feldzüge XII-360 13 bats, 12 esk8 en 500 recrutenvlg. Eur. Mere. 1710, p. 170 9 bat8 en 11 esk8. VanWetzels eigen troepen zouden hierbij zijn 6 bat8 en 11 esk8 (vlg. V. Rynevelt dl. 2. p. 22). x) De ordre de bataille in 'Feldzüge' p. 621.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 735