inhield, dat 19 vijandelijke eskadrons met enige infanterie oprukten naar Almenara, een klein uur gaans ten Zuiden van Alfarras. Inder daad had koning Philips op het vernemen van de mars der geallieer den naar de Noguera een detachement van ongeveer 20 eskadrons, een aantal compagnieën grenadiers en twee brigades infanterie uit het kamp bij Lerida vooruitgezonden met de opdracht, de overgang bij Alfarras te bezetten en vast te houden tot de komst der hoofd macht, die zo spoedig mogelijk zou volgen. Toen bleek dat deze overgang reeds in het bezit der geallieerden was nam de generaal Sello met de genoemde voorhoede stelling bij Almenara en ver wittigde de hoofdmacht. VILLADARIAS reed met nog een twintigtal eskadrons vooruit, bezette met deze een stelling op een hoogterug bij Almenara, en zond aan Sello bevel, zich bij hem aan te sluiten en de rechter vleugel te vormen. De rest van het leger was nog niet ter plaatse toen Stanhope met zijn ruiterij de aanval inzette. Deze had reeds herhaaldelijk om de toestemming hiertoe gevraagd, maar Starhem berg vond het raadzaam, met de aanval te wachten totdat de hoofd macht de Noguera zou zijn overgetrokken. Dit was eerst tegen 6 uur in de namiddag het geval1). Naar gelang van aankomst werden de troepen intussen in slagorde geschaard, waarvoor echter wegens de terreingesteldheid slechts beperkte ruimte beschikbaar was. Dientengevolge kwam de rechter vleugel der ruiterij achter de linker te staan, zodat dus vier linies werden gevormd, het zelfde was met de infanterie, die op ge ruime afstand achter de cavalerie aankwam, het geval. Veertien stukken geschut werden op een dominerende hoogte in batterij gebrachthet is echter de vraag of deze alle in actie hebben kunnen komeneen onzer berichtgevers spreekt althans van slechts vijf stukken, een andere van zes. De Spaanse cavalerie stond op twee linies, de eerste van 22- de tweede van 20 eskadrons. Van de infanterie stonden twee bataljons tussen de linies en een brigade op de rechtervleugel. Het was reeds tegen zonsondergang toen Starhemberg het bevel tot de aanval gaf. Stanhope avanceerde met de uit 22 eskadrons bestaande linkervleugel der ruiterij, op twee linies van respectieve lijk 10 en 12 eskadrons, onder de generaals Frankenberg, Carpen ter en Peppers en de brigadiers Nassau en Rochefort. Op zekere afstand van de vijand gekomen, liet Stanhope halt houden, her stelde de orde, die bij de opmars enigszins te loor was gegaan, en 696 x) Zie hierover Stanhope's brief aan Walpole, bij Trevelyan p. 78, 79.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 736