infanterie niet kan zijn uitgebleven, dan is verklaarbaar, dat van
enige gevechtswaarde van Anjou's leger voorlopig geen sprake
kon zijn 1).
De Bay overnachtte met wat er van zijn troepen bij de hand was
te Alagon, op 27 km van het slagveld. Een achtervolging buiten het
slagveld en zijn naaste omgeving schijnt, volgens de gewoonte van
de tijd nauwelijks te hebben plaats gehad, anders zou daar de dag
nog lang was, van het Spaanse leger vrijwel niets zijn overgebleven.
Eerst de dag na de slag zond Starhemberg een detachement van
2000 beredenen ter vervolging uit in de richting van Tudela.
Van de geallieerde verliezen vinden wij een ogenschijnlijk nauw
keurige opgaaf in het Oostenrijkse generale-stafwerk, uit een
officieel diarium te Wenen 2). Volgens deze lijst verloor de ruiterij
aan officieren en manschappen 257 doden en 294 gewonden; het
voetvolk 277 doden en 636 gewonden, totaal dus mag men aan
nemen—tussen de £- en 600 doden en tussen de 800 en 900 ge
wonden. Bij de cavalerie leden de Portugezen, zoals te verwachten
was, verreweg de zwaarste verliezen, n.l. -J- 300 doden en ge
wonden die der overige cavalerie zijn in verhouding tot de sterkte
licht, die der keizerlijke ruiterij zeer gering. De Elollanders telden
volgens de lijst bij 6 eskadrons 12 doden en 48 gewonden. Wat de
infanterie aangaat zijn de verliezen in het algemeen matig. Zo ver
loren de Keizerlijken op 12 a ij bataljons een 460 man. Procents-
gewijs verloren de Spanjaarden en Hollanders het meestde eersten
in drie bataljons 1^0 man, de laatsten in twee bataljons 27 doden en
71 gewonden; grotendeels voor rekening van het regiment St.
Amand, dat in de eerste linie vocht.
BRIHUEGA, VILLA VICIOSA, PORTUGAL
In de tijd, waarin de krijg om de Spaanse erfopvolging zich af
speelde, behoorde een snel en krachtig uitbuiten van behaalde
successen tot de uitzonderingen. Zowel de heersende opvattingen
HOOFDSTUK XII
Over de slag bij Saragossa is van Franse zijde het belangrijkst: 'Relation de ce qui s'est passé
a l'armée du Roy depuis l'arrivée du marquis de Bay le 16e aoust jusques au 22e,' een blijkbaar
officieel verslag, gedateerd 22 Augustus (Guerre A1 2253 nr. 44). Voorts de brief van Mahoney, zie
p.7oo,nt. 1. Brieven van Belcastela. d. St.Gl. Villaverde 9 November 1710 en aan Heinsius, Compo-
zuelos 18 November 1710 (resp. St.Gl. 6818 en Heins. arch. 1488). Eur. Merc. 187 vlg., 241 vlg.,
294 vlg. Uit Oostenrijkse bronnen: 'Feldzüge' XII, 376-384.
2) 'Feldzüge' XII, 383 en '84.
706