bedoeld wordt is niet duidelijk. Zeker is echter, dat in verschillende bataljons een ware slachting werd aangericht. Hiertoe behoorde vooral het regiment mariniers van St. Amand, dat op de uiterste linkervleugel stond. St. Amand zelf viel in 's vijands handen, met een zware houw in het hoofd, een schot door zijn voet en een houw waardoor een stuk van zijn rechterhand was afgeslagen. Er waren 80 of 90 man van het regiment gevangen, zoals de zoon van de generaal, insgelijks gevangen, toen dagen later uit Madrid aan de raadpensionaris berichtte. Er lagen toen nog meer dan 100 gewon den van het regiment in de hospitalen van Madrid. Van de negen officieren die krijgsgevangen waren, waren er zeven zwaar gewond. Andere regimenten hadden eveneens zwaar geleden. De Paltsische generaal-majoor Coppe, die een deel der tweede infanterielinie aanvoerde, werd gewond en krijgsgevangen. De 27e December berichtte Starhemberg aan Karel iii dat 9 bataljons 'meistentheils verloren oder niedergemacht' waren en weleen Portugees (Al buquerque), twee Engelse (Bourke en Richards), een Hollands (St. Amand), drie Spaanse (Ferrer, Ahumada en Luccini; het laatste was in feite Italiaans) en twee Paltsische (Gardes en La Marcq) In deze zware crisis bracht een tegenaanval uitredding, althans enige verlichting. Hij werd op last van Starhemberg uitgevoerd door drie Portugese eskadrons van de tweede linie der rechter vleugel onder de generaal-majoor Gondrecourt. Hierbij sloten zich drie bataljons van de tweede infanterielinie aan, n.l. het Portugese van Bouillon, het keizerlijke van Buol en dat van Verpoorten, dat blijkbaar nog intact was gebleven. Van de wijze van uitvoering en het verloop van deze tegenaanval zouden wij gaarne iets meer vernemen; zoals gewoonlijk moeten wij ons echter met een enkele summiere mededeling tevreden stellen, en deze, van Starhemberg zelf afkomstig, houdt in, dat de genoemde troepen in zo goede orde avanceerden en de vijand met zo veel kracht op het lijf vielen, dat de linkervleugel tijd kreeg om zich te 'rallieeren'. Terwijl hier dus, hoewel na zware verliezen, een nieuw centrum van weerstand kon worden gevormd, had Starhemberg met de rechtervleugel, nog verzwakt door de voor de tegenaanval afge zonden troepen, een verbitterde strijd te voeren. Er restten hem thans nog 1 bataljons en 13 eskadrons om aan alle kanten het hoofd te bieden aan de onder leiding van Vendome aanhoudend op nieuw ingezette infanterie- en vooral cavalerieaanvallen. Ook van deze O 'Feldzüge' XII-464. 716

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 758