seul apres la perte de son arrièregarde n'a pas laissé de nous pousser
avec tant de (succez) que nos generaux ont cru pendant long temps
la victoire du cotté des ennemis'
Tot de gesneuvelden aan Spaanse zijde behoorden de maréchal de
camp Ronquillo en de brigadier Rupelmonde; tot de gevangenen
de luit.-generaal de Thouy, die tijdens of kort na de slag schijnt te
zijn vrijgelaten. Het is echter duidelijk, dat de geleden verliezen
aan de zijde der geallieerden verreweg het zwaarst wogen, waar
iedere kans op aanvulling ontbrak.
Ook overigens was hun positie alles behalve benijdenswaardig.
Dat de terugtocht onverwijld moest worden voortgezet was duide
lijk, en ook dat dit een hoogst penibele operatie zou worden. Vrijwel
de gehele bagage- en zeker een groot deel van de levensmiddelen-
trein was geplunderd en verloren gegaan; evenzo bijna alle muil
ezels. Dientengevolge waren er geen bespanningen voor de artillerie,
en zag Starhemberg zich voor de treurige noodzakelijkheid ge
plaatst, zowel de eigen, heroverde als de roemrijk vermeesterde
vijandelijke artillerie achter te laten, na de kanonnen vernageld en
de affuiten en raden verbrand te hebben. Het zelfde gold voor vele
wagens. Ook was het de vraag, of men, nu de halve cavalerie geheel
verdwenen en de rest door ernstige verliezen verminderd was,
onderweg aan hernieuwde aanvallen het hoofd zou kunnen bieden.
Ten slotte was er het alles beheersende vraagstuk der proviandering
te midden van een vijandige bevolking.
De Spaanse luit.-generaal Mahoney, op het einde van deze dag
met enige cavalerie naar het slagveld teruggekeerd, doorzag de
precaire toestand waarin de tegenpartij verkeerde, en liet door een
tamboer stoutweg tot de overgave sommeren, bewerende, dat 16
bataljons en eskadrons gereed stonden die nog niet hadden ge
vochten. Starhemberg liet zich niet beet nemen, en Mahoney
beroemt er zich op, als enige van zijn partij de nacht op het slagveld,
op korte afstand van de geallieerden, te hebben doorgebracht.
Tussen 10 en n uur in de morgen van de iie werd de terug
tocht aanvaard. De slag had althans dit voordeel opgeleverd, dat de
vijandelijke cavalerie zich weinig liet zien. Na de geleden verliezen
en de voorafgegane geforceerde marsen was zij klaarblijkelijk tot
geen energieke vervolging in staat. Een ruitercorps onder Braca-
monte, dat te laat bij de slag was aangekomen om nog veel deel aan
het gevecht te hebben, begeleidde het terugtrekkende leger, doch
meest op eerbiedige afstand. Een fatale omstandigheid was dat de
Zie de brieven van Mahoney en Du Bourq genoemd in noot i, p. 717.
718