lusië. Aan weerskanten gebeurde, misschien enkele strooptochten
daargelaten, letterlijk niets, en toen half Juni beide partijen de
zomerkwartieren betrokken, was het eerste deel van de 'veldtocht'
geëindigd.
De Bay hield zich ditmaal echter niet geheel aan de regels. Een
van zijn ruiteraanvoerders, Montenegro genaamd, overrompelde
met een viertal compagnieën geheel in het Noorden de stad
Miranda de Douro, waarin enige landmilitie in garnizoen lag, en
hield vervolgens strooptochten in de provincie Tras os Montos, die
veel beroering verwekten, naar men zegt zelfs tot in Lissabon toe.
In September verzamelde Villaverde zijn mobiele troepen ten
tweede male. De veldtocht bestond thans in een operatie over de
Guadiana, en het innemen van de grensvesting Xerez de los Cabal -
leros, welker vestingwerken uit een stadsmuur en welker garnizoen
uit landmilitie bestond. De plaats werd weder verlaten na het
vernagelen van het gevonden geschut en het vernielen van een deel
van de muur. Een poging, Badajoz door list of verraad te bemach
tigen mislukte, en op het al of niet juiste bericht, dat de Bay met
een korps in Estremadura was teruggekeerd, werden half October
de operaties, die nog geen twee weken hadden geduurd, gestaakt,
en werd een kamp betrokken bij Olivenza. In het begin van Novem
ber zochten beide partijen de winterkwartieren op x).
Het belangrijkste bij dit alles is de weigering van het Portugese
hof in strijd met uitdrukkelijk gedane beloften, het leger te doen
medewerken bij de veldtocht in Castilië. Niet alleen was deze
belofte de voornaamste beweegreden tot de mars naar Madrid,
maar ook werd het verdere deplorabele beloop van de veldtocht
algemeen aan deze weigering toegeschreven.
Het Portugese hof motiveerde haar enerzijds met niet ongegronde
klachten aan het adres der Britse regering wegens de onvoldoende
aanvulling en verzorging der hulptroepen en jegens de Republiek
wegens achterstalligheid in het betalen der subsidiegelden, ander
zijds met de gebrekkige toestand van het leger, vooral der cavalerie
en met het gevaar voor de eigen grenzen, en poneerde ten slotte
dat men de geallieerden een groter dienst bewees door de Bay in
Estremadura vast te houden en zijn vereniging met Vendome te
verhinderen dan door een kansloze opmars in Castilië 2).
De krachtige en herhaalde aandrang van Starhemberg, noch van
Karel iii en zijn ministers, noch van Stanhope namens de Engelse-
Over de oorlog in Portugal: Feldzüge' XII, 468-479; Quincy VI, 465-467; Brieven van Scho
nenberg aan Heinsius, Lissabon 27 Mei, 20 Juni, 18 Juli, 23 October 1710 (Heins. arch. 1539)
2) Schonenberg aan Heinsius 23 October 1710. 'Feldzüge' XII-478.
721