dijk in dit geval zijn medewerking, waarop Norris, minder scrupuleus, zich van de schepen meester maakte. Tursis redde zich met de uit galeien bestaande rest van zijn scheepsmacht naar Toulon. Na de keizerlijke hulptroepen te Tarragona aan land te hebben gezet, werd de 2 ie Juli weer zee gekozen voor de landing bij Cette, nadat intussen nog een demonstratie was gehouden tegen de kust van Valencia. De landing had in de avond van de 24e zonder tegen stand plaatsde volgende dag werden de stad, het fort op de haven- dam en het nabijgelegen Agde met weinig moeite bezet. Tot een verder doordringen in het land kwam het echter niet; de gelande troepen - enige Engelse afdelingen, van Port Mahon afkomstig - waren hiertoe te gering in aantal; bovendien weinig geoefend en slecht gedisciplineerd. De ter plaatse commanderende Franse generaal Roquelaure bezette Frontignan, dat de weg naar Mont- pellier afsloot, en vervolgens Mèze, waar hij een poging, om met sloepen de Etang de Thau over te steken, deed mislukken. De bevolking hield zich geheel afzijdig. Intussen zond Noailles in allerijl 1000 ruiters, elk met een grenadier achterop, en 12 stukken geschut, naar het bedreigde punt. Zelf vooruitgereden, kwam hij reeds de 26e te Beziers; zijn troepen een dag later. De 29e bezette hij Agde, dat reeds door de gelande troepen was ontruimd. Deze trokken over de landtong terug naar Cette, onder bescherming, zoveel mogelijk, van het vuur der oorlogschepen en achtervolgd door de Fransen. De inscheping, waartoe de zelfde dag was besloten, had niet zonder verliezen plaats. De Fransen bestormden de naburige hoogte van St. Clair en het fort op de havendam en maakten een 200 manschappen krijgsgevangen 1). De onbevredigende afloop was niet aan Sayssans te wijten, die de operatie met bekwaamheid had geleid, doch, althans volgens Aerssens bericht aan de Staten, vooral aan de slechte hoedanigheid der Engelse troepen. Daar de vloot echter voorlopig nog op korte afstand bleef kruisen, had de expeditie nochtans het voordeel, dat Noailles van een inval in Fampourdan werd weerhouden, zodat Starhemberg vrijheid van beweging kreeg voor zijn operatie in Aragon. In het najaar keerde Aerssen naar het vaderland terug. Een nader bevel van de Staten, om in de Middellandse zee te overwinteren, hetwelk gegeven werd naar aanleiding van de gelukkige keer die de oorlog in Spanje scheen te zullen nemen, bereikte hem niet meer. Er zat niets anders op, dan met spoed een nieuw eskader uit te 1) Over de landing bij Cette: 'Feldzüge' XII, 336-3£9ï Quincy VI, 468-470; diverse berichten in Eur. Mere. 1710, 2e st. p. 160-163; over de Engelse troepen De Jonge IV p. 60 nt. 1. 726

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 768