Den 26. heeft den vijand de trancheen tegens de stad geopent, beginnende aen deselfde zijde, daer wij onse attacque gedaen hebben, dog op grooter distantie. Den 27. is niets voorgevallen, als dat den vijand hare trenchée gestadig nader de stad pousseerde. Den 2 8heeft den vijand hare batterije geopent tegens de stad en tegens het bastion St. Antonij genaemt. Den 29. is de vijand digt ontrent het bastion St. Antonij geapprocheert en hebben sterk daerop gecannonneert en veel bomben daerin geworpen. Den selfden dito hebben wij begonnen door genoemde bastion een coupure te maken, siende dat de vijand daer bres op schieten wilde. Denselfden dito 's nagts is de Prins van Hessen-Darmstad met 60 granadiers hier binnen gecomen. Den 3 ois niets van belang voorgevallen, als alleenlijck dat de vijand seer sterck schiet om bres in de stadsmuur te krijgen, alsmede op het genoemde bastion. Den 1 Meij heeft Milord Peterbourg, die buijten dese plaets in de bergen legt, seijn gedaen, dat hij tijding van de vloot hadde. Gemelt Milord konde ons geen secours in stuuren, doordien den vijand een cordon van gewapende vaer- tuijgen gemaeckt hadde en lagen vlack voor onse haven om alles het incomen te beletten. Den 2Meij heeft de vijand seer sterck geavanceert in het maken van hare bresse en gebombardeert uijtnemende veel. Den 3. Meij heeft de vijand sijne wercken en batterijen, die alvoorens ge maeckt hadden, geperfectionneert en wij wercken met alle macht om een af snijding agter de bresse te maken. Den 4. dito sijn wij met het gehele gamisoen van Engelse en Hollanders naer de bres gemarcheert, doordien deselfde seer groot was. Den vijand continueert gestadig met canonneren en bombarderen, en pousseren haere wercken sterck naer de pallisaden van onse contrescharp. Den j. dito heeft den vijand een linie gelopen naer het bastion St. Antonij. Den 6. dito heeft onse ruijterije's naermiddags een sortie op eenige fouragiers van den vijand gedaen, die omtrent de stad quamen fourageren. Den 7dito is een van des vijands batterijen door 't kruijt gesprongen, 't welck veel volck beschadigt heeft, ingevolge rapport van deserteurs. Wij hebben den selfden nagt met eenige granadiers een uijtval gedaen en hebben verscheijde gabions en fasijnen van den vijand geruineert. Denselfden dito tegens den avont maeckte de Franse vloot zijl en denselfden nagt pousseerden den vijand sijn werck seer swack. Den 8. dito tegens de middag kregen wij d'Engelse en onse vloot hier en debarqueerden aenstonts 't volck. Den vijand heeft denselfden nagt hare tren- cheen, soo tegens de bres van de stad als die van 't bastion, tot aen de pallisaden van de glassij gepousseert. Den 9. Meij heeft de vijand gestadig gecontinueert met cannonneren en bombarderen. Den 10. dito hebben de vijanden tegens den avont een batterije ontrent haere wercken doen springen, alsmede eenig kruijt. Den 11dito hebben sij tegens den avont een huijs doen springen en hebben 's nags hare trencheen gequiteert en sijn den 1 2 's morgens heel vroeg met haer armée van dese plaets weggemarcheert. Wat route sij nemen, is nog onbekent, dog latende alle haer canon, bestaende in 127 stucken van metael nevens 27 mortieren en considerabel veel ammunitien, soo van oorlog als levensmiddelen, alsmede alle hare siecken en gequesten. 767

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 809