BIJLAGE 34. Zie pag. 2£2.
FRIESHEIM AAN HEINSIUS
(Heinsius-archief 1184)
Tortosa, 2j Sept. 1707
Hoogh Edele gestrenge heer,
lek hebbe mijn de eere gegeven U.EI.Edele gestrenge veele brieven geschre
ven te hebben over den toestand der sacken hier te lande, alsook van den staet
der troepen van Elaer Hoog mogende; hoope dat U.H.Edele gestrenge deselve
sullen ter hant sijn gekomen.
lek moet aen deselve onder alle respect bekent maeken dat ick langer niet
kan dese fatigues, wegens mijn ongemack, dat dagelijcks toeneemt en mijnen
hogen ouderdom, continueren sonder te succumberen. Daerom versoecke dat
U.H.Edele gestrenge bij Holland wel so goet sijn de saken so te disponeren
dat ick magh herroepen worden, also ick hoore dat de provintie van holland
alleen in de generaliteit tegens mijn retour hebben gedeclareert. Het is nu bij de
5-0 jaer dat ick alle campagnes te water of te lant hebbe bijgewoont en mijn
lichaam is versleten en gebrooken door veele quetsuren en ongemacken.
Ondertusschen heeft den koning Carel mijn geordonneert om dese plaetse
van Tortosa die alle uren staet belegert te worden te defenderen in den tijt dat
ick meende desen winter mijne rust wat te konnen nemen. Ick ben hier den
23 7br gearriveert en hebbe mijn regiment bij mijn, en dat van Sintaman komt
heden of morgen hier, so dat de troepes van den Staet in de twee plaetsen van
Lerida en Tortosa sijn, om deselve te defenderen neffens eenige Engelse en
portugijsse.
Den vijant noch in balans staet waer hij sich eerst sal op declareren, op Torto
sa of wel Leridastaet ontrent Lerida met een corps van eenige duijsent man
een ander corps staet om te konnen op Tortosa komen, het welk sich in weinige
dagen sal declareren; het slimste is dat de plaetsen hier te lande van seer slegte
defensie zijn, en gants genegligeert.
Vorders so moet ick U.W.Ed. gestrenge seggen dat den heer Grave van
Noijelle in den tijt dat ick te velde in het gesicht van den vijant met de troepes
van den Staet staen, heeft gerevoceert de actens die ick hebbe gegeven in ver
schelde regimenten, absoluyt en direct strijdende tegens de resolutie van Haer
Hoogmogende verleden winter aen mijn toegesonden. Contramanderende tot
Barcelona de betalinge van eenigh geit voor broot dat ick bevolen hadde te be
talen, gevende verlof naer Holland aen alle de officieren die mijne ordres in het
leger moeten distribueren en doen executeren als aen den Maijor de Briguade
Daunix, aen den directeur Topfman van het hospital, aen Dedel, die commis
saris van de vivres en ook mijn domestiqk aen mijn tafel en secretaris was, alles
buijten mijn weten, so dat ick mijn vinde sonder de hulp die ick ten hoogsten
nodigh hebbe. So dat is commenderen en chef so weet ick niet hoe men een
gesubstitueert general soude handelen, die men altoos ten minsten kennisse
geeft eer men de officieren versent 600 mijlen van de armée.
Enfin het kan so niet duirenick kan noch en ben niet van sin dese avances
langer te lijden, om daerdoor niet mijn te enveloperen in fascheuse suites.
Daerom is geen ander middel als mijn te rapelleren; als dan kan den grave van
Noijelle op 200 mijlen weghs ordonneren wat hem belieft.
7 80