wijze het verlies van een bron van inkomsten betekenen; verklaar baar derhalve, dat zij met lede ogen werd aangezien. Volgens Engelse zegslieden was hierin een reden gelegen, waarom de Britten zich meer in de gunst van het volk verheugden dan de Hollanders, en onmogelijk is dit niet, hoewel in deze kwestie ook andere en wel licht belangrijker factoren van invloed moeten zijn geweest. Een feit is, dat de geestdrift voor de bevrijders spoedig bekoelde. Ook liepen de belangen der twee zeemogendheden inzake de bar rière, waarvoor de Republiek de oorlog was ingegaan, geenszins parallel. In het najaar vond de Engelse regering het wenselijk, naast Marlborough een vaste vertegenwoordiger te Brussel te hebben. In September werd hiertoe de bekwame diplomaat Stepney, tot nog toe gezant te Wenen, aangewezen. In October deed hij zijn intrede te Brussel. Zijn komst aldaar, waarbij de Staten zich na enig tegen stribbelen neerlegden, beduidde een toeneming van het Engels aandeel in het bestaande condominium. De wijze, waarop dit verder functionneerde, meer uitvoerig te beschrijven, ligt buiten ons be stek; wij keren dus voorlopig terug tot het verhaal der militaire verrichtingen1). Zoals boven reeds werd medegedeeld, hadden de bondgenoten de Se Juni het kamp bij Aerseele betrokken. De eerste dagen kwamen hier goede berichten binnen. Op de dag der capitulatie van Antwerpen bereikten Marlbo rough twee brieven, resp. van 10 en 13 Mei, van Karel iii met de heugelijke tijding, dat het sedert langer dan een maand belegerde Barcelona, omtrent welks lot men tot nog toe in de grootste onge rustheid verkeerde, de 12e door de Engels-Nederlandse vloot was ontzet, en dat de Fransen hierbij met zoveel overhaasting waren op gebroken, dat zij al hun materieel en niet minder dan 140 metalen stukken geschut hadden moeten achterlaten. Nog dezelfde avond werd de klinkende overwinning gevierd door een drievoudige los branding uit alle geschut en geweren. Voor verdere publiciteit zorgde Marlborough, door de beide brieven zowel te Gent als te Brussel te laten drukken en verspreiden, wat er ongetwijfeld toe bij droeg, het vertrouwen in de zaak van de nieuwe souverein en van de zeemogendheden te versterken. Een teleurstelling was bij al deze voorspoed, dat Dendermonde en Oostende weigerden, zich over te geven. Een detachement werd Over het slechten van de linies: Veenendaal, Cond. p. 70; Murray II-5-87. Over het tarief: Veenendaal 71-7$. Over Stepney: Vreede, Corre 14.J vlg. Staat van de contributie in Eur. Mere, p. 282. 71

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 95