Wat aangaande de operatiën besproken werd, weten wij niet,
doch het plan stond, gelijk wij zagen, reeds vast.
Wat het derde der genoemde punten van beraadslaging betreft,
herinnere men zich, dat de Zuidnederlandse Raad van State nog
niet was opgericht, en men in volle beraadslaging was over het in te
richten nieuwe bewind. Het ging er nu om, één lijn te trekken tegen
over de Keizer en zijn gevolmachtigde Goës, die met het plan om
gingen, keurvorst Johan Willem van de Palts met de landvoogdij
te bekleden. Dit strookte geenszins met de belangen der zeemogend
heden, en zou in de toch reeds netelige toestand slechts een nieuwe
complicatie vormen. Het overleg betreffende een zo delicate zaak
kon echter het best binnenskamers geschieden. Van de benoeming
van de keurvorst is niets gekomen; binnenkort bleek namelijk, dat
de Keizer een andere candidaat op het oog had.
Niet langer dan een dag had Marlborough voor de besprekingen
nodig; de ne reeds verliet hij Den Haag, en de 13e was hij terug
in het leger te Aerseele1).
Intussen begonnen de Duitse hulptroepen het oorlogstoneel te
naderen. Frederik i van Pruisen had eindelijk, hoewel onder be
zwarende voorwaarden, toestemming gegeven tot het inzetten van
zijn in West-Duitsland staande troepen in de Nederlanden. Deze strijd
krachten, 9 bataljons en 21 eskadrons sterk, hadden onder de generaal
Natzmer, de 14e Juni Gulpen bereikt. Die dag gaf Marlborough
bevel, over Maastricht naar Vilvoorde te marcheren, waar zij tot
nader order zouden legeren.
Hetzelfde gold voor Bülow met de in Engelse dienst staande
Hannoveranen. Deze stond de 9e nog te Keulen, waar hij order ont
ving, over Luik en Leuven naar Beaulieu, tussen Brussel en Vil
voorde, te trekken.
Tenslotte waren ook troepen van de Palts onderweg, n.l. de
3000 man 'augmentatie', die bij conventie van 26 Mei in Staats-Engelse
dienst waren overgenomen. Onder de brigadier Frankenberg
stonden zij, twee regimenten infanterie, elk van twee bataljons, en
drie eskadrons cavalerie, omstreeks i£ Juni nog bij Bonn, hoewel de
kolonel Hompesch reeds 18 Mei opdracht had ontvangen, hen over
Düsseldorf naar Maastricht te geleiden. Hompesch kreeg thans order
de genoemde troepen over Maastricht en Leuven naar Vilvoorde te
vergezellen, en onderweg voor brood te zorgen.
De Hannoveranen en Pruisen kwamen de 24e en 2 ge in de om
trek van Brussel. Vandaar werden zij de 26e op Aalst gedirigeerd,
73
V. 't Hoff nr 392, 393; Murray £77.