HOOFDSTUK VII
INTENDANCE, ALGEMEEN STELLINGPARK, MILITAIR SCHEEP
VAARTAGENTSCHAP, AAN- EN AFVOER EN GENEESKUNDIGE
DIENST
De zorg voor de verpleging van de troepen der Koninklijke Landmacht berustte
bij de Stellingintendant, Hoofd van sectie II van het Hoofdkwartier. De verpleging
van de eenheden der Koninklijke Marine was in handen van de Intendant van de
Zeemacht.
De Stellingintendant was belast met:
- de verplegingsdienst van de onderdelen der Koninklijke Landmacht in de
stelling;
- de inrichting en het in bedrijf houden van verplegingsinrichtingen in het ver-
plegingsgebied ten behoeve van de Koninklijke Landmacht.
Op grond van het in 1940 geldende verplegingsvoorschrift omvatte de verple
gingsdienst het bijeenbrengen, aanvoeren en beschikbaarstellen van voeding voor
mens en dier, drinkwater, kleding, uitrusting, nachtligging en legering.
Dit moest in beginsel geschieden door:
- het verzamelen van de in het verplegingsgebied aanwezige voorraden;
- het bijeenbrengen van runderen;
- de beschikbaarstelling uit het achterland door de zorg van de Hoofdintendant.
In een permanente stelling, zoals de Stelling van Den Helder, was de oprichting
van verplegingsmagazijnen regel. De Stellingintendant had daartoe de volgende
magazijnen ingericht.
Hoofdmagazijn te Den Helder bevattende de hoofdvoorraad en tevens dienende
als verstrekkingsmagazijn voor de troepen in de stad en naaste omgeving en op het
zeefront. In dit magazijn was opgelegd een voorraad, voldoende voor acht weken
van algehele afsluiting van de stelling, gebaseerd op de sterkte van de troepen,
zoals deze was gedurende het aan de oorlog voorafgaande tijdvak van mobilisatie.
Het magazijn te Breezand, ten behoeve van de in dit dorp en omgeving legerende
troepen.
Het magazijn te Den Oever, ten behoeve van de detachementen Den Oever en
Kornwerderzand alsmede van de bezetting van de Wonsstelling.
Het magazijn te Den Burg, ten behoeve van de troepen op Texel.
Het magazijn te West-Terschelling, ten behoeve van de troepen in het Com-
mandement Terschelling.
De magazijnen Breezand, Den Oever, Den Burg en West-Terschelling bevatten
in beginsel een voorraad, voldoende voor één week, doch deze was nog opgevoerd
voor zover de beschikbare ruimte het toeliet.
85
INTENDANCE