de grote afstand de schietgaten niet treffen. De aanslagen lagen op de kazematten, doch er was geen uitwerking zichtbaar. Toen het donker begon te worden begaven vijf stootgroepen wielrijders zich, aanvankelijk per rijwiel, de dijk op. De Nederlanders lieten de voorste stootgroep tot dicht voor de versperring naderen en openden daarna met alle mitrailleurs en licht geschut het vuur. Er vielen slachtoffers en verder gaan was onmogelijk. Terwijl de achterste stootgroepen nog terug konden trekken, moest de voorste op de open dijk blijven liggen tot het volkomen donker was. Deze onderneming was dus mislukt en had verliezen, ook aan officieren, gekost. Er deed zich nog het volgende voorIn een kazemat van de Wonsstelling rinkelde de telefoon. Een als tolk aangewezen Duitse soldaat nam deze op en deed het voor komen alsof hij een verdwaalde Nederlandse soldaat was. Hij schilderde de geweldi ge aanvalsvoorbereidingen, die de Duitsers troffen. De Nederlander aan de andere zijde hoorde het alles geduldig aan en zei toen: „Das ist ja alles sehr interessant, aber sprechen Sie doch ruhig Deutsch". Op 14 Mei te 9.20 werd besloten, dat tegen het fort een Stuka-aanval1) gevolgd door een nieuwe aanval over de dam zou plaats hebben. In de morgen van deze dag had een vijandelijke kanonneerboot2) van zee uit de kop van de dijk onder vuur genomen, welk vuur weliswaar goed in de batterijen lag, doch geen verliezen veroorzaakte. De aanval begon eerst te 15.35, doch slechts twee vliegtuigen wierpen enige middelzware bommen af zonder veel uitwerking. De reeds oprukkende stootgroep werd daarom aangehouden en ontving bevel, zich in te graven. Ten gevolge van het slechte weer3) kon geen nieuwe aanval uit de lucht plaats hebben, zodat de onderneming tot de volgende dag werd uitgesteld. Intussen waren de voorbereidingen voor de overtocht over het IJsselmeer bij de Ruiterbrigade in gang gezet. Toen op 11 Mei was gebleken, dat Makkum niet voor overtochtsvoorbereidingen in aanmerking kwam, was op 12 Mei R.R. 1 naar Stavoren en omgeving verplaatst, terwijl R.R. 22 geheel te Lemmer was samengetrokken. Te Stavoren waren op 12 Mei het Esk. cavaleriegeschut, het Esk. pag. en een batterij van het A.R. aan de kust in stelling gebracht. Op een Nederlandse tor pedoboot en twee snelboten was het vuur geopend, dat door de torpedoboot was beantwoord met het gevolg, dat een der geschutsopstellingen op de wal was getroffen, waarbij drie man waren gedood en een gewond. Op 13 Mei te 14.50 had C.-18e Leger bevolen, dat de divisie zich ter weers zijden van Stavoren zodanig voor de overtocht over de Zuiderzee moest gereed stellen, dat zij na daartoe ontvangen bevel de aanval op het noordfront van de Vesting Holland kon beginnen. 100 DE VOORBEREIDINGEN VOOR DE OVERTOCHT BIJ DE RUITERBRIGADE Stuka is de afkorting voor „Sturzkampfflieger". 2) Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau bij de Doove Balg. 3) Zie Bijlage XIII: geheel bewolkte lucht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 118