Op 14 Mei hield het legerbevel o.m. het volgende in:
„1 Cav.Div. houdt zich gereed om in de nacht van 15 op 16 Mei de voorbereide
overgang over de Zuiderzee uit te voeren. De divisie stelt zich in het bezit van een
bruggenhoofd in de lijn Medemblik- Hoorn als uitgangsstelling voor de aanval uit
noordelijke richting op de Vesting Holland. Het vliegerkorps Putzier zal de over
gang met gevechts- en jachtvliegtuigen steunen."
Onder leiding van C.-II r.A.R. 1 werden vissersschepen voorzien van stukken
geschut.
De voorbereidingen waren in de nacht van 14 op 15 Mei beëindigd, doch in
tussen was er gecapituleerd.
Nadat op 14 Mei de aanval op Kornwerderzand was mislukt en was voor
genomen, deze de volgende dag te herhalen, verscheen te 19.05 een Nederlandse
officier-parlementair voor Kornwerderzand, die het neerleggen van de wapens
aankondigde. Dit wekte grote verwondering en na telefonisch te zijn ingelicht,
reed de divisiecommandant met een kleine staf naar de commandopost van de
Wielrijdersafdeling, teneinde daar de onderhandelingen te voeren.
Kort voor zijn vertrek vernam hij van C.-18e Leger, dat het Nederlandse leger
had gecapituleerd.
Na 19.20 hoorde men aan de dijk ontploffingen in het fort en uit zee uit de rich
tingen van de eilanden Vlieland en Ameland. Het had de schijn, alsof de Neder
landers hun versterkingen lieten springen.
Bij de onderhandelingen bleek, dat het niet slechts ging om de overgave van het
fort Kornwerderzand, doch van de gehele Stelling van Den Helder. Daarom
verzocht de divisiecommandant dat de Commandant van die stelling, die tot de
sterkste zeestellingen van het vasteland behoorde en een geweldig wapenarsenaal
bevatte, zelf zou verschijnen.
De Nederlandse schout bij nacht Jolles verscheen op 15 Mei te 2.50 met enige
officieren op het divisiestafkwartier te Sneek.
Hier werden in uitgebreide onderhandelingen de voorwaarden voor overgave
van het noordelijk deel van de Vesting Holland vastgelegd en te 4.35 ondertekend.
Op 15 Mei kwam er bevel van C.-18e Leger, dat de divisie op 16 Mei Noord-
Holland ten noorden van het Noordzeekanaal moest bezetten1).
Ter uitvoering van dat bevel werd de Wielrijdersafdeling naar Den Helder
gezonden, terwijl R.R. 2, dat te Franeker e.o. legerde, met (gevorderde) rijwielen
over de Afsluitdijk trok met uitzondering van het 9e Esk. (Cav. geschut), dat te
voet volgde.
Op 16 Mei begon de overname van materieel in de Stelling van Den Helder.
101
DE CAPITULATIE, DE BEZETTING VAN NOORD-HOLLAND EN HET VERTREK
Op 15 Mei hadden de capitulatie-onderhandelingen te Rijsoord plaats gehad tussen C.-18e Leger
en de Nederlandse O.L.Z.