137 BIJLAGE IX PROTOCOL VAN OVERGAVE Op heden, den 18en Mei negentien honderd en veertig, verklaren wij, Majoor-commandant Dr. Schroeder en Kapitein-Luitenant ter zee Jensen, als vertegenwoordigers van de Duitsche Weer macht, in bezit te hebben overgenomen van Kapitein ter zee Van Aller en Reserve-Kapitein der Infanterie Van der Waal, als vertegenwoordigers van de Nederlandsche Weermacht, de eilanden Terschelling en Vlieland. De Kapitein ter zee verklaart daarbij te hebben overgegeven: op Terschelling: 3 kns v/7,5 cm. op Vlieland: 3 kns v/7 L 40 en 3 kns v/15 cm. Tevens is hierbij overgegeven op Terschelling: de onbeschadigde munitie voor 7,5 cm. en op Vlieland: de onbeschadigde munitie voor 15 cm., terwijl op Vlieland de munitie voor 7 L 40 vernietigd is geworden. De oude kanonnen welke waren opgesteld aan boord van de Bewakingsvaartuigen zijn door over boord werpen niet meer aanwezig. Voorts verklaart hij, dat alle wapens, munitie en oorlogsmateriaal verzameld zijn en gereed voor overgave. Een lijst van vernietigde goederen werd reeds overgelegd. Oorlogsschepen zijn niet aanwezig, behalve één motorboot. Wel waren aanwezig eenige schepen, welke bij de Marine in huur waren, doch reeds aan de eigenaars zijn teruggegeven. De Majoor Schroeder verklaart aan de vertegenwoordigers van de Nederlandsche Weermacht: 1°. alle voorhanden zijnde wapenen, munitie en krijgsmateriaal is direct in beslaggenomen; 2°. verder zijn in beslaggenomen alle zich in de haven bevindende vaartuigen; over het eventueel vrijgeven van deze vaartuigen volgen nadere bevelen; aan eigenaars van de visschers- en andere vaartuigen wordt vanaf dit oogenblik toegestaan hun beroep uit te oefenen, waarbij echter het Duitsche Rijk geen verantwoordelijkheid op zich neemt ten aanzien van het mijnengevaar; 3°. aan de militairen en burgerbevolking van Terschelling en Vlieland moet respectievelijk door den Commandant en de Burgemeesters dadelijk bekend worden gemaakt, dat iedere tegen stand, sabotage en spionnage ten gunste van de vijandelijke staten verboden is en met de zwaarste straffen wordt bedreigd; 4°. de ingeleverde wapenen worden dadelijk door de Nederlandsche soldaten op het vaartuig van den Duitschen Commandant gebracht; 5°. over het wegvoeren van gevangenen volgen nadere bevelen; een deel der gevangenen wordt dadelijk naar Harlingen gebracht, voor zoover het met het vaartuig van den Commandant Schroeder mogelijk is; 6°. alle vuurtorens, boeien, havenlichten enz. moeten gedoofd worden; 7°. de reeds getroffen verduisteringsmaatregelen voor de eilanden Terschelling en Vlieland blijven onveranderd van kracht; 8°. aan den Kapitein ter zee K. van Aller en alle overige officieren wordt toegestaan de sabel te behouden; 9°. de sleutels van de munitiebergplaats van de Marinebatterij op Terschelling te hebben ont vangen van den Kapitein ter zee Van Aller; 10°. het niet actief dienende personeel, woonachtig te Terschelling of Vlieland, kan naar huis terugkeren, mits de uniform wordt afgelegd en men zich onverwijld meldt bij de respectieve lijke Burgemeesters;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 155