HOOFDSTUK I
BESCHRIJVING VAN DE STELLING VAN DEN HELDER
a. GESCHIEDENIS EN BETEKENIS
Het zeegat van Texel vormde tot de opening van het Noordzeekanaal in 1875
de toegang te water naar Amsterdam, die tot 1825 liep over de Zuiderzee en daarna
over het Groot Noord-Hollandsch kanaal.
Oudtijds vonden de oorlogs- handelsvloten vóór en na een verblijf op zee lig
plaats op de rede van Texel, in de Hoornsche haven (waarvan de Mok een over
blijfsel is) en ten oosten van Den Helder. Tijdens de vierde Engelse oorlog (1780-
1784) werd echter de kreek „Harssens Swin" uitgediept, waarbij door middel van
een vangdam werd gebruik gemaakt van eb- en vloedstromingen. Aldus kwam de
uitstekende haven „het Nieuwe Diep" tot stand, die in het jaar 1781 werd bestemd
tot oorlogshaven. De haven ontwikkelde zich na de opening van het Groot Noord-
Hollandsch kanaal in 1825 tevens tot een belangrijke koopvaardijhaven, hetgeen
na de opening van het Noordzeekanaal een einde nam. De oorlogshaven heeft zich
echter tot in onze tijd gehandhaafd.
De verdediging van het zeegat heeft verschillende stadia doorlopen. Nadat de
bestemming oorlogshaven was geworden, werd tevens de tot dan toe zeer eenvoudi
ge kustverdediging verbeterd en uitgebreid. In 1799, ten tijde van de landing van de
Engelsen en Russen, was er echter nog geen landfront.
Napoleon wenste in het kader van de kustverdediging tegen Engeland de ver
dediging van het zeegat van Texel door omvangrijke werken in de kop van
Noord-Holland en op Texel te verzekeren. Hij bracht hiertoe in 1811 persoonlijk
een bezoek aan Den Helder.
Tussen 1811 en 1813 werden in de „Verdedigingsstelling van Den Helder" de
bestaande verdedigingswerken aan de kust verbeterd en uitgebreid en nieuwe
aangelegd. Aan de landzijde ontstonden de forten Erfprins, Dirks Admiraal en het
Nieuwe Werk echter nog niet door een gemeenschapslinie verbonden.
Het kustfort Kijkduin 2) en het (verdwenen) fort Du Falga 2), aan welke naam
het huidige kustlicht Falga herinnert, lagen buiten het landfront.
Door de omwenteling van 1813 zijn de plannen niet meer geheel uitgevoerd. De
voorgenomen omwalling van het Marine-etablissement en aanleg van een citadel
zijn zelfs niet aangevangen, evenmin als de bouw van een waterfort op de Harssens.
3
(Zie kaarten nrs 1, 5, 6, 7 en 10 in de tekst en kaarten nrs 2, 3 en 4)
x) Fort Erfprins heette toen Fort Lasalle, fort Dirks Admiraal heette Fort de l'Ecluse, het Nieuwe
Werk heette Fort Du Gommier en werd later bij de aanleg van het Noord-Hollandsch kanaal ge
splitst in de forten Oost- en Westoever. Al deze werken waren genoemd naar gesneuvelde Franse
generaals.
2) Fort Kijkduin heette toen Fort Marland, naar een gesneuvelde kolonel van de keizerlijke garde.
Du Falga was de naam van een gesneuvelde Franse generaal van de genie.