Voor het uitoefenen van de bewakingsdienst werkte de A.C.Z. samen met de daartoe aangewezen marinekustwachtposten (M.K.W.), die opdracht hadden, alle voor de kustartillerie van belang zijnde waarnemingen onverwijld aan hem te melden. Deze posten waren nr 12, Den Hoorn op Texel, ongeveer 400 m ten zuiden van pl. 11; nr 13, Huisduinen, nabij de lichttoren te Kijkduin; nr 14, Zanddijk, nabij pl. 8 aan de kust; nr 15, Callantsoog, nabij pl. 13 aan de kust. C.-Stg.Hd. c.q. de Commissaris van het Loodswezen te Willemsoord zonden de A.C.Z. bericht van elk naar buiten gaand schip. De A.C.Z. was gemachtigd tot vuuropening op vijandelijke strijdkrachten die tegen het zeegat van Texel ageerden. Het landfront was in de vroege morgen van 10 Mei niet bezet. Er waren drie achtereenvolgende weerstandslij nen ingericht die de naam droegen van frontlijn, tweede lijn en stoplijn1). Vóór de frontlijn was aan de rand van de inundatie een niet doorlopende voorpostenweerstandslijn ingericht. De lijnen zijn op kaart nr 2 aangegeven. De stoplijn viel van het werk Dirks Admiraal tot het werk Oostoever samen met de oude gemeenschapslinie. Achter de frontlijn waren een achttal betonkazematten gebouwd. Tussen de weerstandslij nen waren op daartoe geschikte punten weerstands kernen aangelegd. Vóór de frontlijn was een inundatie voorbereid die een diepte had van 4 a 5 km, welke eventueel met 3 a 4 km kon worden uitgebreid. Van half November 1939 tot einde Maart 1940 was het peil van het water in het inundatieveld opgezet geweest tot 0,30 N.A.P., het laatste peil voor de eind stand; de sloten waren hierbij tot de rand gevuld. Teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren van de landbouw was daarna een gedeelte van het water op het Amstelmeer gepompt, waardoor het in een soort reservoir in de onmiddellijke nabijheid beschikbaar bleef. Ten behoeve van de aanvullende inundatie had geen waterinlaat plaats gehad. In het acces2) langs het Noord-Hollandsch kanaal was verdediging in de diepte voorbereid. Ter hoogte van Zanddijk was de voorpostenopstelling in aanleg, die de duin strook tussen de inundatie en de kust moest afsluiten; hierbij was een batterij 8 st. ingedeeld. Overigens werkten enige marinekanons3) mede aan de verdediging van het land- front, n.l. een kanon van 7,5 cm aan het begin van de Balgweg met schootsrichting op de van Ewijcksluis, een kanon van 7,5 cm bij de kruising van het Noord-Hol- landsch kanaal en de frontlijn en een kanon van 12 cm in de frontlijn ter bestrijking van de weg naar Julianadorp. 23 x) De naam stoplijn is hier feitelijk niet in de goede betekenis gebruikt. Beter ware geweest te spre ken van derde lijn. 2) Onder acces te verstaan een bij gestelde inundatie droog blijvend terreingedeelte3 dat toegang tot de stelling geeft. 3) Bij de Koninklijke Marine spreekt men van kanons; bij de Koninklijke Landmacht van kanonnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 41