Van de Luchtverdedigingsgroep waren in de kop van Noord-Holland opgesteld: 1 Bt.Lu.A. ten zuidwesten van het vliegkamp De Kooi; 2 Bt.Lu.A. ten noordwesten van dat vliegkamp; 101 Bt.Lu.A. nabij fort Kijkduin; 1 Pel.Lu.Mitr. bij de Rijkswerf; 3 Pel.Lu.Mitr. bij het werk Oostoever; 4 Pel.Lu.Mitr. bij het vliegkamp De Kooi; 2e Sectie en een zoeklicht van de le Sectie van VIII Zl.A.tl.; Zelfstandige Sectie zl.tl. Als stellingreserve waren aanwezig 45 Res.Gr.C. (min een sectie) en een sectie zw.mitr. (vermoedelijk van 111-45 R.I.) in het dorp Breezand. Op het Fort Erfprins bevond zich 21 Dep.C.Bew.Tr. (min twee sectiën, die het vliegkamp De Kooi en het vliegpark De Vlijt bewaakten). Deze halve compagnie was belast met de bewaking van het pompstation van de waterleiding, het post kantoor, de gasfabriek, enige militaire magazijnen en het autopark en moest bovendien patrouilles doen lopen. C.-Stg.Hd. beschikte dan nog over het Troependetachement van zijn Hoofd kwartier, een Detachement politietroepen, een Verbindingsafdeling, een Verband- plaatsafdeling, een Weerstation, een Algemeen Stellingpark en een Stellingauto park. Niet onder C.-Stg.Hd. ressorteerden de le Depotcomp. kustartillerie, die echter op 10 Mei te 15.00 te zijner beschikking werd gesteld en het Militair Scheepvaartagentschap, dat onder de D.E.V. ressorteerde. Op het marinevliegkamp De Kooi (zie Hoofdstuk V) waarop zich een opleiding voor vliegers op landvliegtuigen en reparatie-inrichtingen bevonden, was sedert 10 April gestationneerd 1-II-2 Lv.R., een jachtvliegtuigafdeling (Ja.V.A.), die niet onder bevel van C.-Stg.Hd. stond. Dit vliegkamp werd sedert de namiddag van 9 Mei bewaakt door een sectie van 21 Dep.C.Bew.Tr. en bovendien door marinepersoneel, voorzien van zes lichte mitrailleurs. Beveiliging tegen luchtaanvallen geschiedde door 1 en 2 Bt.Lu.A. en 4 Pel.Lu.Mitr.; bovendien door enig marinematerieel. De Wieringermeer (zie kaart nr 11) behoorde slechts voor een klein gedeelte tot het gezagsgebied van C.-Stg.Hd. die, zoals eerder medegedeeld, evenwel toch voor de bewaking en de luchtbeveiliging van de beide hulpvliegvelden Wieringer meer en Middenmeer moest zorgdragen. De bewaking was sedert 9 Mei toevertrouwd aan 11 Dep.C.Bew.Tr., die zich aanvankelijk bevond met een sectie op het hulpvliegveld Middenmeer en met drie sectiën op het hulpvliegveld Wieringermeer, doch op last van C.-Stg.Hd. in de loop van 10 Mei de bewaking op eerstgenoemd veld verdubbelde, zodat op elk der beide velden twee sectiën stonden. Voor beveiliging tegen luchtaanvallen stond 21 Bt.Lu.A. opgesteld ten noordwesten van het hulpvliegveld Middenmeer, terwijl 2 Pel.Lu.Mitr. zich bevond bij genoemd veld. 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 42