scherfvrije afdekking; deze tekenden zich in het vlakke open terrein duidelijk af. De bezetting gaf er de naam kazematten aan. Gedekte gemeenschappen tussen de gevechtsopstellingen waren niet aanwezig. Zij leenden zich zeer slecht voor een enigszins langdurig verblijf. Op 16 December 1939 was toestemming verleend tot de bouw van 12 beton- kazematten. Ten gevolge van de slappe bodem was een bijzondere fundering nood zakelijk en mede tengevolge van de langdurige strenge winter had de gunning van het werk op 10 Mei 1940 nog niet plaats gehad. Op ongeveer 300500 m van de Afsluitdijk verwijderd was een binnengordel van veldversterkingen aangelegd, die echter op 10 Mei 1940 niet was bezet. De stelling was in drie vakken verdeeld, nl. Vak MakkumVak Wons en Vak Zurich. De telefonische verbindingen tussen de Commandant van de Wonsstelling en zijn Vakcommandanten liepen over een centraalpost aan de kop van de Afsluit dijk. Verbindingen in de vakken moesten door ordonnansen worden onderhouden; in het Vak Makkum kon gebruik worden gemaakt van het plaatselijk telefoonnet. In het voorterrein bevond zich een inundatie, welke werd gesteld door de sluis te Makkum. Nadat in November 1939 water was ingelaten was de inundatie gedurende de vorstperiode geheel afgetapt. In het voorjaar 1940 werd opnieuw water ingelaten maar in begin Mei was van een volledig peil geen sprake; vele terreingedeelten bleven droog, terwijl gedurende de gevechtsdagen het peil van het IJsselmeer te Makkum tengevolge van de windrichting zodanig laag was, dat slechts weinig water kon worden ingelaten. In het bijzonder voor het noordelijk deel van de stelling was weinig inundatiewater aanwezig. Artillerie noch luchtdoelbestrijdingsmiddelen waren ingedeeld; C.-Stg.Hd. had bij de O.L.Z. op beschikbaarstelling hiervan aangedrongen, doch deze had bij gebrek aan middelen aan het verzoek niet kunnen voldoen. Voegt men hierbij dat de bezetting van de stelling met de rug tegen het brede IJsselmeer stond met slechts de open Afsluitdijk als verbinding met de troepen in Noord-Holland dan is het wel duidelijk, dat de opdracht zeer zwaar was. De Mitrailleurcompagnie van het bataljon bestond aanvankelijk uit vier sectiën van twee stukken, doch na de bezetting van de stelling was de 3e Sectie verdeeld over de le en de 2e Sectie. Deze compagnie had op 10 Mei de volgende opstelling: 2e Sectie bij en ten noorden van Wons4e Sectie bij de rijksweg nr 43 ten noorden van Hajum; le Sectie ten zuiden van Zurich. Van 45 Bt. 6 veld was een sectie te Makkum geplaatst, een stuk te Wons en een stuk bij de kop van de Afsluitdijk. Van het detachement pag. van 21 G.B. was een sectie geplaatst bij de rijksweg nr 43 en een sectie te Zurich. Bij de kop van de Afsluitdijk had de B.C. een sectie van 2-1-33 R.I. als reserve, terwijl een wacht van 1-1-33 R.I. zich bevond bij de betonringversperring op ongeveer 100 m ten westen van de kop, welke versperring met vuur kon worden bestreken uit daarachter liggende gevechtsopstellingen. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 48