HOOFDSTUK III DE TERRITORIALE VERDEDIGING VAN FRIESLAND, GRONINGEN EN DRENTE EN DE BEWAKING VAN HET IJSSELMEER a. STERKTE EN TAAK DER TROEPEN IN FRIESLAND, GRONINGEN EN DRENTE Deze provinciën, met uitzondering van de Wonsstelling en de eilanden, vormden het gebied van de T.B.F. die met het voeren van de territoriale verdediging was belast. Zijn opdracht hield het volgende in: Voor de uitvoering van deze opdracht beschikte hij over de volgende strijd krachten Staf en Verbindingsafdeling; 33 R.I. (min I en III); 36 R.I. (min III); {l G.B. en 12 G.B.; 1 Res.Gr.C. en 12 Res.Gr.C.; [4e Comp., een sectie pag. en een sectie zw.mitr. van 9 Dep.Bat. 12e Compagnie Pioniers; Dep.C.Bew.Tr. (gevormd uit 9 Dep.Bat.; het nummer had 9 moeten zijn); Havencommando Delfzijl (waarbij een batterij 8 st.); Sectie motordienst; Detachement pontonniers en torpedisten Harlingen; Kustwachtdetachement Harlingen; Detachementen zinkschepenversperringen te Harlingen, Stavoren en Lemmer; Vaste radiostation Groningen; Bewakingsdetachementen van 9 Dep.Bat. op de vliegvelden Eelde en Leeuwarden en op een aantal telefoonkantoren; Kustwachtdetachement Oterdum; Munitieschip (Stanfries I) te Leeuwarden. 34 (Zie kaart nr 1 op blz. 2) - het treffen van militaire maatregelen, teneinde schending van de neutraliteit tegen te gaan; - het beveiligen van het gebied tegen kleine vijandelijke ondernemingen; - bij een aanval van overmachtige Duitse strijdkrachten, het zoveel mogelijk vertragend terug gaan in de in verband met de tactische omstandigheden alsdan meest gewenste richting, waarbij er naar moet worden gestreefd, aan de vijand de toegang tot de Afsluitdijk en het IJssel- meer zolang mogelijk te beletten. Zie voor de uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen in dit gebied: Hoofddeel III/Deel 2, Onderdeel F „De territoriale verdediging van de noordelijke provinciën".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 52