vijandelijke vliegtuigen te worden gebombardeerd was groot, doch moest worden aanvaard. Het vuur werd te 9.00 geopend; de aanslagen werden van Kornwerderzand telefonisch aan de commandopost op de Oostbatterij gemeld en vandaar naar het schip geseind. Nadat door ongeveer 100 schoten in anderhalf uur tijds de vijandelijke artillerie tot zwijgen was gebracht, keerde de J. M. van Nassau naar de Texelstroom terug. In de avond van 13 Mei kwamen enige officieren van het Departement van De fensie te Den Helder aan met het verzoek om beschikbaarstelling van een schip teneinde daarmede naar Engeland te varen. Aan dit verzoek werd voldaan, doch C.-Stg.Hd. trachtte daarna tevergeefs de C.M.S. op te bellen, teneinde nadere informatie te verkrijgen omtrent het vernomen gerucht, dat een capitulatie op handen zou zijn. Volkomen onkundig omtrent hetgeen zich in het centrum van het land afspeelde trachtte de stellingcommandant in de morgen van 14 Mei de O.L.Z. telefonisch te bereiken. Dit gelukte en de O.L.Z. deelde mede, dat de stemming meer moed gevend was. Later werd de Proclamatie van de O.L.Z. bekend, waarin hij het vertrek van H.M. de Koningin en de Regering bekend maakte en mededeelde, dat hij als hoogste vertegenwoordiger van de Regering optrad. Aan het slot werd de militaire toestand uiteengezet waaruit bleek, dat de strijd werd voortgezet. Nog later bleek echter, dat de C.M.S. naar Engeland was vertrokken en dat de toestand zeer kritiek was. De stellingcommandant deed toen enige maatregelen nemen om, indien nodig, zoveel mogelijk materieel en personeel naar Engeland te doen vertrekken. Te 15.46 ontving hij een telexbevel van C.M.S., dat blijkens de inhoud het laatste was, dat nog van de wd. C.M.S. kon worden verwacht. Het had betrekking op het wegzenden van personeel en materieel en het uitvoeren van vernielingen. Hierop wordt in Hoofdstuk VI nader teruggekomen. Nadat de verbinding met C.M.S. reeds was verbroken kon langs de landmacht telefoon nog verbinding met de O.L.Z. worden verkregen, die zeer bewogen mededeelde, dat hij in verband met het bombardement van Rotterdam en de alge mene toestand gedwongen was te capituleren en dat schriftelijke bevelen ongeveer een uur later zouden volgen. Er werden daarna door C.-Stg.Hd. bevelen gegeven voor de evacuatie van personeel en materieel der marine en voor de uitvoering van vernielingen op de Rijkswerf en andere maritieme inrichtingen. Terwijl de uitvoering daarvan aan de gang was, werd te ongeveer 17.00 onderstaand telexbevel ontvangen: 44 o.l.z. a.h.k. nr 36 gramschap, duitschland heeft hedenmiddag rotterdam gebombardeerd, terwijl utrecht met vernietiging wordt bedreigd. ik meen derhalve, ter sparing van de burgerbevolking en ter voorkoming van verder bloedvergieten gerechtigd te zijn aan de troepen onder uw bevelen het bevel te geven onzerzijds den strijd te staken, ik verzoek u daarom aan de daarvoor in aanmerking komende troepencommandanten onder uw bevel opdracht te geven:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 62