't Horntje en Westergeest: een sectie van 1-III-45 R.I.; Oude Schild: de reeds aanwezige sectie van 1-III-45 R.I.; Dijkmanshuizen en Sluishoek: een sectie van 3-1-36 R.I.; Oostersluis en Nieuwe Schild tezamen: een sectie van 3-1-36 R.I. Bewakings detachementen bleven op het Vliegkamp De Mok: twee secties van 1-III-45 R.I. en een sectie van 45 C.Mr. nabij pl. 10 aan de kust: een sectie van 1-III-45 R.I.; bij de lichttoren op de noordpunt: een mitrailleurgroep van 3-III-45 R.I. Te Den Burg bevond zich nog een tweede bataljonsreserve, bestaande uit 3-1-36 R.I. (min twee secties) en een sectie zw.mitr. van 111-45 R.I. (alsmede vermoedelijk de niet genoemde sectie min een groep van 3-III-45 R.I.). Artilleriesteun moest worden aangevraagd aan de C.T.T. en voor zoveel mogelijk worden geleverd door de kustbatterij Den Hoorn en de marinebatterij te Oude Schild. Met het oog op een eventueel optreden tegen parachutisten werd het eiland in rayons verdeeld, die aan daarvoor verantwoordelijke commandanten werden toegewezen. Geneeskundige hulpposten werden gevestigd te De Waal en Den Hoorn terwijl een chirurgische post, tevens afvoerpost, werd gevestigd te Oude Schild. De troepen raakten door gemis aan voldoende slaap zeer vermoeid, zodat het nodig was de wacht- en patrouilledienst te beperken. Op het Vliegkamp De Mok waren op 11 en 12 Mei een aantal vliegtuigen door luchtaanvallen vernield. Op 13 Mei was de vliegkampcommandant vertrokken naar Amsterdam, waar hij met een ander commando werd belast. Op die dag was uit Den Helder een zending geweren ontvangen, waarmede het personeel werd bewapend. Op 14 Mei in de namiddag te ongeveer 16.00 werd bevel van C.-Stg.Hd. ontvangen, het vliegkamp te vernielen en nadat dit was uitgevoerd, werd het personeel naar Den Burg gezonden, teneinde aan de verdediging te kunnen mede werken. Kort daarop ontving de C.T.T. echter het bevel voor het neerleggen van de wapens. d. HET COMMANDEMENT MARITIEME MIDDELEN TERSCHELLING Overeenkomstig de ontvangen bevelen bevonden de troepen zich op 10 Mei te 3.00 in de hoogste graad van gevechtsvaardigheid. Nadat het overvliegen van vliegtuigen was waargenomen en uit radioberichten was vernomen dat agressie had plaats gehad, werd te 5.45 bericht van C.-Stg.Hd. ontvangen, dat de oorlogstoestand was ingetreden. Te 11.38 berichtte de directeur van het postkantoor te Usquert in Groningen, dat de bezetting van Rottumeroog door vijandelijke troepen, komende van het 51 (Zie kaart nr 4)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 69