Te 18.15 van die dag werd liet bevel voor het neerleggen van de wapens ont vangen, doch eerst op 18 Mei had de overgave aan de Duitsers plaats (zie Hoofd stuk IX). Voor de handelingen van de oorlogsschepen wordt verwezen naar Hoofdstuk VI. e. SCHIERMONNIKOOG EN ROTTUMEROOG Op 10 Mei te 9.00 landden Duitse militairen, komende van Borkum, op Rot- tumeroog onder dekking van een witte vlag. Zij namen de zich aldaar bevindende Nederlandse militairen gevangen zonder dat een schot werd gelost. De Nederlandse militairen op Schiermonnikoog waren van 11 Mei af ge- isoleerd, daar de telefoon onklaar was en de postboot uit Oostmahorn naar Ame land was gezonden door de marinekustwachtofficier (zie blz. 82). f. DE WONS STELLING Tijdstip en wijze van alarmering van de troepen in de Wonsstelling zijn uit de beschikbare gegevens niet meer nauwkeurig op te maken. Uit verschillende gevechtsberichten blijkt, dat de bezetting eerst werd gealarmeerd nadat bericht van het uitbreken van de oorlog was ontvangen. Hierbij zij er aan herinnerd, dat de order voor de hoogste graad van strijdvaardigheid te 3.00 uitsluitend gold voor de troepen belast met de strategische beveiliging. De bezetting van de Wons stelling behoorde daartoe niet. Op 10 Mei te omstreeks 6.00 was de stelling echter strijdvaardig. Reeds vroeg in de morgen begon een stroom van burgervluchtelingen, op weg naar het westen, de stelling te doorschrijden. Het bleek buitengewoon moeilijk op deze talrijke vluchtelingen, die voornamelijk per auto reisden, een werkelijk afdoende controle uit te oefenen. De T.B.F. en zijn staf kwamen in de namiddag eerst te Pingjum en later bij de kop van de Afsluitdijk aan; de eerste troepen uit zijn gebied waren echter reeds eerder over de Afsluitdijk doorgezonden. Zoals uit voorgaande mededelingen bleek, werd de Wonsstelling met een aantal onderdelen van de T.B.F. versterkt. Hierdoor werd weliswaar de sterkte opge- voerd doch het moreel niet verhoogd, daar de vermoeide nieuw aangekomen troepen allerlei overdreven verhalen over de vijand vertelden, hoewel een deel hunner niet eens met vijand in aanraking was geweest. Voor zoveel uit de mededelingen van C.-I-33 R.I. en uit de verschillende gevechts berichten valt af te leiden, werden de volgende versterkingen in de Wonsstelling ingedeeld. Uit Noord-Hollandeen batterij van vier stukken 3,7 cm marinegeschut, die in de loop van 10 Mei aankwam en twee secties zoeklichten van de Zl.A.-Stg.Hd., die op 11 Mei aankwamen. 53 (Zie kaart nr 15)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 71