Kop van de Afsluitdijk C.-Wonsstelling (C.-I-33 R.I.);
een sectie van 2-1-33 R.I., die in de nacht van 11 op
12 Mei vertrok naar Makkum1);
Kustwachtdetachement Harlingen;
een sectie zw.mitr. (2 stukken) van 1-36 R.I.;
een stuk pag. van 12 G.B. (met de commandant
van de sectie; de andere stukken waren naar Mak
kum gezonden);
een stuk 6 veld van 45 Bt. 6 veld
drie kanons van 3,7 cm (marine).
In de vakken Wons en Zurich werden ten behoeve van de reserves middelen
van versneld vervoer gereed gesteld (auto's, autobussen, vrachtwagens en rijwielen).
De Commandant van de Wonsstelling tastte in de avond van 10 Mei vrijwel
in het duister aangaande de oprukkende Duitse troepen. De T.B.F. kon hem
slechts mededelen, dat de vijand met gemotoriseerde troepen optrad, hetgeen
niet geheel juist was. Berichten uit onbekende bron hielden in, dat de vijand zich
ongeveer 10 km ten zuiden van Heerenveen bevond. Er werden echter geen
pogingen gedaan om, hetzij door het uitzenden van patrouilles, hetzij door telefone-
ren met burgemeesters, van de bewegingen des vijands op de hoogte te komen.
De T.B.F. verklaarde te 21.00 aan de kop van de Afsluitdijk, dat al zijn troepen
waren gepasseerd en de Commandant van de Wonsstelling deelde aan zijn vak
commandanten mede, dat zich geen eigen troepen meer in het voorterrein be
vonden, een mededeling, die de volgende dag tot een betreurenswaardig mis
verstand aanleiding zou geven.
In de vroege morgen van 11 Mei kwamen nog enkele kleine detachementen
van de territoriale troepen binnen. Het munitieschip Stanfries kwam uit Leeuwar
den te Makkum aan en de munitie werd overgenomen. Berichten uit Friesland
meldden het oprukken van gemotoriseerde - en van cavalerie- en wielrijders
afdelingen. De gehele dag voerde de vijand luchtverkenningen uit, die door
afwezigheid van luchtdoelartillerie niet konden worden bestreden.
Te ongeveer 17.00 kwam een sterk detachement van 11-36 R.I. en 12 G.B. bij
Wons voor de stelling. Dit had de nacht in noord-west Drente, op korte afstand
van de vijand, doorgebracht en was op 11 Mei met de voertuigentrein tussen ver
schillende hoofdgroepen van de Duitsers naar het westen getrokken. Na een
ontmoeting met de vijand niet ver van de Wonsstelling had de kapitein-comman
dant kans gezien, over twee binnenwegen de stelling te naderen. Daar meende men
aanvankelijk met vijand te doen te hebben en werd het vuur geopend, waardoor
bij het detachement twee soldaten werden gewond. Ongeveer gelijktijdig met dit
detachement verschenen ook de eerste vijandelijke verkenners voor de stelling,
die door vuur werden afgewezen.
Zoals vroeger reeds werd medegedeeld meldde de Commandant van de Wons-
55
b Zie noot op blz. 54.