trekkers, doch zonder de stukken, bij de kop van de Afsluitdijk aan, waarop de Commandant van de Wonsstelling de luitenant met het stuk pag. van 12 G.B., dat bij zijn commandopost stond opgesteld, naar voren zond om de beide andere te vervangen. Dit stuk kwam echter onder hevig vuur en kon niet in stelling komen, daar de trekker in brand vloog. Korte tijd later ontving de majoor mededeling, dat de troepen uit Zurich terug trokken en vervolgens kwam een aantal onderdelen, gedeeltelijk in autobussen, bij zijn commandopost aan, waar hij deze deed ordenen met de bedoeling, hen weder in gevecht te brengen. Hij gaf aan de Commandant van het Kustwacht detachement Harlingen opdracht te beletten, dat onderdelen naar het westen uit weken. Vóórdat wij het verdere verloop van zaken mededelen, zij vermeld, wat zich in het Vak Zurich had afgespeeld. De Commandant van dit Vak had van zijn commandopost uit waargenomen, dat bij Gooium en verder zuidelijk veel troepen terugtrokken en had daarop de commandopost van de bataljonscommandant opgebeld. De majoor was afwezig, daar hij een ronde maakte. De verbinding kwam tot stand met de luitenant van de genie, commandant van de secties zoeklichten. Deze schijnt de raad te hebben gegeven, vechtende terug te gaan op de Afsluitdijk, teneinde de niet bezette doch voorbereide binnenring van werken om de kop van de Afsluitdijk te bezetten. De Commandant van Vak Zurich (wiens rapport van 1940 niet meer voorhanden is) heeft vermoedelijk niet geweten, dat de raad niet door of vanwege de B.C. was gegeven. Bij latere informatie meende hij zich te herinneren, dat zijn compagnie met toestemming van de bataljonscommandant was teruggetrokken, hetgeen niet juist kon zijn, daar deze kort tevoren andere bevelen had gegeven en verwonderd was toen troepen uit Vak Zurich, spoedig door andere gevolgd, bij zijn commandopost aankwamen. Terwijl de majoor bezig was met de bij zijn commandopost aangekomen troepen werd hij dringend aan de telefoon geroepen, doch in de centrale aangekomen kwam de verbinding niet door. Het gelukte hem nog wel de Commandant van het Vak Makkum aan de telefoon te krijgen, die hij inlichtte omtrent de toestand en omtrent zijn voornemen, om met zijn reserve en die van Vak Wons de vijand uit de stelling te verdrijven. Hij voegde hier aan toe, dat een eventueel terugtrekken op Makkum zou geschieden, dat de kapitein zijn noordflank moest beveiligen, dat een verdere terugtocht even tueel via Workum naar Gaasterland of in boten moest worden uitgevoerd en dat de kapitein voor dit laatste geval maatregelen moest nemen. Intussen lag de kop van de Afsluitdijk nog steeds onder artillerievuur; vlieg tuigen naderden opnieuw. De troepen begonnen naar de Afsluitdijk op te dringen enige manschappen wisten door te dringen tot voor de versperring ongeveer 100 m west van de kop. De Commandant van het Kustwacht detachement Harlingen, die order had de dijk af te sluiten en niemand door te laten, zag vele militairen in auto's stappen. Toen hij vroeg wie daartoe order had gegeven, antwoordde een sergeant: „Wij moeten in de auto's. Alles moet vertrekken naar Kornwerderzand, U ook. Dat is een algemene order, vermoedelijk van de Commandant van de 57

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 75