Stelling van Den Helder". De Commandant van het Kustwachtdetachement Harlingen vertrok hierop met zijn troep en zal wel één der eersten zijn geweest, die over de brug te Kornwerderzand kwam. De weg over de Afsluitdijk was dien tengevolge vrij gegeven; alle aanwezige troepen vertrokken op eigen gezag snel westwaarts. Een officier van de staf van de Commandant van de Wonsstelling telefoneerde naar Kornwerderzand en verzocht, de vluchtende troepen zo nodig met wapengeweld tegen te houden. Een sergeant deelde aan de Commandant van de Wonsstelling, die zich nog in de telefoonpost bevond mede, dat de auto voor hem was blijven staan en dat overigens alles was vertrokken. Hij was tenslotte nog slechts door een telefonist vergezeld en probeerde nogmaals opdrachten te geven aan Vak Wons, maar kreeg geen verbinding. Hij slaagde er echter nog in C.-Stg.Hd. over het verloop van zaken telefonisch in te lichten. De toestand, zoals de Commandant van de Wonsstelling deze aantrof nadat hij de telefoonpost verlaten had, beschreef hij later als volgt In een schuilplaats bleken nog de luitenant-adjudant, de luitenant van de genie en een sergeant aanwezig te zijn. Hij vertrok naar Kornwerderzand en kwam daar aan, even nadat de Commandant van Kornwerderzand met machtiging van C.-Stg.Hd. de brug had doen springen. Voor deze opgeblazen brug bevond zich tussen vele auto's en autobussen een grote ordeloze groep militairen, waarvan een groot gedeelte ongewapend was. Een officier van het Detachement Kornwerder zand verbood met zijn pistool in de hand het verder teruggaan. De Commandant van de Wonsstelling gaf bevel, de troepen weer voor de terugmars gereed te stellen, maar hoorde kreten als: „Jongens, wij gaan terug, wij gaan ons doodvechten". Voor zover nog van leiding sprake was, berustte deze thans kennelijk bij de Com mandant van de Mitrailleurcompagnie van 1-33 R.I.1). Deze kapitein begon de troep te ordenen en in gelederen op te stellen om, zoals hij zelf in zijn gevechts- bericht vermeldde, tijd te winnen. Voorts stelde hij zich in verbinding met de bezetting van Kornwerderzand. De Detachementscommandant lichtte C.-Stg.Hd. over de toestand in waarop het bevel volgde om de voor de versperde brug staande troep over de sluizen te doen teruggaan, nadat de voertuigen in het water waren gereden. Ruim 100 auto's verdwenen daarop in het IJsselmeer. Uit Den Helder werden de troepen autobussen tegemoet gezonden, waarmede zij ter reorganisatie naar Middenmeer werden vervoerd. Omtrent de gebeurtenissen in de drie vakken van de Wonsstelling kan nog het volgende worden vermeld2). 58 „Ga naar buiten; beloof de telefonist niet zonder hem te vertrekken. Alle rumoer is verstomd. Doodse stilte heerst aan de kop van de Afsluitdijk. Wons zwijgt; nergens wordt meer geschoten. Op Gooium staat een boerderij in vlammen; op Hajum idem; de stafbarak staat in brand; een kazemat brandt". Deze kapitein had zijn commandopost ten zuidwesten van Hajum verlaten, toen dat oord door de Duitsers was genomen. Behalve personeel uit het gehele Vak Zurich was ook 1-12 G.B. op de Afsluitdijk teruggetrokken. 2) In verband met het chronologisch verloop van de strijd worden de vakken beschreven in de volg orde Zurich, Wons, Makkum.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 76