Vak Zurich
De eerste vijandelijke verkenners vertoonden zich op 11 Mei te ongeveer 16.00
bij Harkezijl, Koudehuizum en Pingjum.
Op 12 Mei te 8.00 verschenen laag vliegende vliegtuigen in groepen van drie tot
zes, die klaarblijkelijk verkenningen uitvoerden en bovendien met mitrailleurs
vuurden, hoofdzakelijk op het stellinggedeelte tussen Wons en Gooium. Dit her
haalde zich de gehele morgen met vrij regelmatige tussenpozen.
Te ongeveer 12.00 opende de vijandelijke artillerie, opgesteld nabij Pingjum,
het vuur. Zij schoot in op de zeer zichtbare brug bij Hajum (in de rijksweg 43) en
bracht vervolgens het vuur op de gevechtsopstellingen in de omgeving over.
Te ongeveer 13.00 ging de vijandelijke infanterie, gesteund door licht geschut,
voorwaarts uit Pingjum met ongeveer als as van beweging de weg naar Hajum.
De vijand kwam het eerste in contact met de vooruitgeschoven opstellingen van
9 Res.Gr.C. De gevechtsopstellingen waren aangelegd met schietgaten voor
bepaalde zeer begrensde vuursectoren en uit verschillende daarvan kon dienten
gevolge geen vuur op de vijand worden afgegeven.
Op enige opstellingen verschenen witte vlaggen en de vooruitgeschoven sectiën
vielen vrijwel geheel in handen van de vijand. Hierbij bevonden zich de compag
niescommandant en twee luitenants.
Bij Gooium schijnen de opstellingen daarna ook binnen korte tijd te zijn
verlaten en de vijand oefende sterke druk uit in de richting van de rijksweg bij
Hajum, waar hij hevig vuur van zware mitrailleurs en pag. ontving.
Ten westen van Gooium bevond zich in meer achterwaarts gelegen opstellingen
een gedeelte van 1 Dep.C.Bew.Tr. Ook deze troep trok op de Afsluitdijk terug.
Van Zurich uit nam de Commandant van dat Vak het terugtrekken waar; hij
belde de commandopost van zijn chef op en vervolgens speelde zich af, hetgeen
hiervoor op blz. 57 reeds is medegedeeld. Hoe het terugtrekken der troepen heeft
plaats gehad is niet geheel duidelijk geworden. Waarschijnlijk zijn de meeste
onderdelen op eigen gezag vertrokken met gebruikmaking van de gereedstaande
vervoermiddelen.
In het archief van de Sectie Krijgsgeschiedenis is een uittreksel aanwezig
van een brief, waarin de niet bekende schrijver, blijkbaar een sectiecommandant
van 9 Res.Gr.C., enige mededelingen doet omtrent de aanval bij Hajum. Hieraan
is het volgende ontleend.
De schrijver spreekt over vijf kazematten, doch bedoelt de uit grond en hout
opgetrokken gevechtsopstellingen.
59
„Ik had met vier groepen vier kazematten bezet. De vijfde behoorde tot een andere sectie. Ik had
telefonische verbinding met de bataljonscommandant.
Zoals U ziet, lagen wij in een vooruitgeschoven post voor Pingjum en hadden het gezicht
op de weg Pingjum-Witmarsum-Harkezijl. Zaterdagavond 11 Mei wisten we, dat Pingjum
bezet was door ongeveer 200 Duitsers, naar de schatting van ondervraagde burgers. De daarop
Schrijver bedoelt: zuidwest van Pingjum in de Wonsstelling.