bleek, dat uit de naar het oosten front makende gevechtsopstellingen bij Wons de uit het noorden komende vijand niet onder vuur kon worden genomen. Het was daarom nodig, verschillende eenheden te verplaatsen en bij een aantal gevechts opstellingen het personeel bovenop de dekkingen te doen stelling nemen. Ook het stuk 6 veld moest worden verplaatst, opdat daarmede vuur voor Hajum kon worden gebracht. Eveneens werd met de zw.mitrailleurs de verdediging van Hajum met succes gesteund. Het gevolg was echter, dat ook Wons met artillerie vuur werd belegd, dat gewonden en schade veroorzaakte. Toen de verdediging van Hajum ineenstortte, drong de vijand naar het zuidwesten en naar het zuiden op en spoedig naderde hij Wons. Er begon gebrek aan munitie te ontstaan en de vakcommandant kon geen ver binding meer krijgen met de bataljonscommandant of met de andere vakken. Van het dak van de pastorie af nam hij tenslotte waar dat Hajum en, naar het scheen, ook de kop van de Afsluitdijk waren verlaten door de eigen troepen en dat de vijand een omsingelende beweging maakte, waardoor hij dreigde te worden afgesneden. De kapitein vond hierin aanleiding, met zijn troep terug te trekken op Makkum, ten einde met de bezetting van dat vak de strijd verder voort te zetten. Deze beweging werd uitgevoerd met de gereed staande autobussen. Uit het verslag van deze vakcommandant blijkt niets omtrent 1-12 G.B., welke compagnie bij zijn vak was ingedeeld. Het verslag van de commandant van die compagnie vermeldt, dat hij in de boerderijen die hij bezet had met afsnijding werd bedreigd en, ter voorkoming daarvan, met zijn compagnie was teruggetrok ken op de kop van de Afsluitdijk. Toen de Commandant van Vak Wons te Makkum aankwam, trof hij deze plaats en de stellingen verlaten aan, terwijl hem bleek, dat de bezetting van Vak Makkum was scheep gegaan en dat er geen scheepsruimte meer beschikbaar was. De kapi tein besloot nu naar Workum te trekken, blijkbaar niet wetende, dat deze plaats reeds door de vijand was bezet. Daar ten zuiden van Makkum bruggen waren ver nield en versperringen waren aangebracht, moest de tocht te voet worden uit gevoerd. Velen van de troep vonden in deze toestand aanleiding om er alleen op uit te trekken en verdwenen. Bij Gaast vernemende, dat Workum door de vijand was bezet, besloot de kapitein aldaar te rusten. Plotseling verschenen er echter enige pantserwagens, die hem tot overgave dwongen. Vak Makkum In dit vak waren op 10 Mei te 6.00 de opstellingen ingenomen. Aangezien de 4e Sectie zich op bevel van de Commandant van de Wonsstelling bij de kop van de Afsluitdijk bevond, bleef een gedeelte van de frontlijn langs de Melkvaart onbezet en werd geen aansluiting met de troepen van Vak Wons ver kregen. De vakcommandant voorzag hierin door de naast liggende sectie ook met de verdediging van het niet bezette gedeelte te belasten, hetgeen bij de toch al grote fronten bezwaren opleverde. 62

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 80