Uit de territoriale troepen werden in de namiddag en avond en op 11 Mei de volgende versterkingen ingedeeld: 1. Een sectie tirailleurs (onvolledig en niet meer over alle wapens beschikkend) van 2-1-36 R.I. afkomstig uit Eeserveen, die werd geplaatst in het niet bezette gedeelte van de frontlijn. 2. Twee sectiën zw.mitr. van M.C.-I-36 R.I. met een groep infanterie en enige pioniers, afkomstig uit Borger en uit 't Haantje. De groep tirailleurs werd bij de onvolledige sectie ingedeeld; de sectie zw.mitr. uit Borger werd bij Makkum in stelling geplaatst met front zuid, doch toen op last van de Commandant van de Wonsstelling een sectie naar de kop van de Afsluitdijk moest worden gezonden, werd een stuk te Makkum aangehouden terwijl de overige twee stukken onder de sectiecommandant werden weggezonden. De sectie uit 't Haantje, die twee stukken telde, werd in het noordelijk deel van de frontlijn geplaatst. 3. Twee stukken pag. van 12 G.B., waarvan de commandant en het derde stuk bij de kop van de Afsluitdijk waren gebleven. Deze stukken werden in Makkum opgesteld, resp. voor vuur naar het zuiden en vuur naar het oosten. De vakcommandant heeft op 10 en 11 Mei de gevechtsopstellingen doen ver beteren en uitbreiden, een aantal bruggen op de toegangswegen doen verbranden en de versperringen doen sluiten. Bij deze werkzaamheden werden ook burger werkkrachten ingeschakeld. Het water in het inundatieveld steeg, waardoor de omgeving van enkele gevechts opstellingen drassig werd en enige zelfs moesten worden verlaten. De gevechts opstellingen waren niet geschikt om de troep voldoende nachtrust te geven, zodat deze zeer vermoeid raakte. Aangezien te Makkum veel hinder werd ondervonden van nieuwsgierige bur gers en te verwachten viel, dat deze van gevechtshandelingen te lijden zouden krijgen, gaf de vakcommandant op 11 Mei tussen 10.00 en 11.00 gelegenheid tot vrijwillige evacuatie, waarvan velen gebruik maakten. Een sergeant-majoor sectiecommandant geraakte overspannen en deed bij her haling vuren op eigen patrouilles en etenhalers. Ter verantwoording geroepen op de commandopost van de vakcommandant werd hij waanzinnig en schoot een soldaat en een burger neer. Hij moest om erger te voorkomen zelf worden neer geschoten. In de namiddag van 11 Mei bleek uit verschillende berichten dat Bolsward (7 km zuidoost van Wons), Gaast, Piaam en Workum door de vijand bezet waren. In de vroege morgen van 12 Mei verrichtten vijandelijke pantserwagens ver kenningen ten zuiden van Makkum, waarbij zij tot Piaam naderden. De vakcommandant vermeldt niet in hoeverre hij in de loop van de dag het krijgsrumoer bij Hajum en Wons heeft gehoord. Onverwacht kreeg hij echter 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 81