telefonisch van zijn commandant bericht, dat de bezetting van Zurich in volle aftocht was en dat de vijand was doorgebroken. Eventueel moest op Makkum worden teruggetrokken en vandaar op Piaam of met schepen over het IJsselmeer. De vakcommandant werd opgedragen, zijn noordelijke vleugel te dekken en het vertrek per schip voor te bereiden L). De kapitein plaatste nu ter dekking van zijn noordvleugel de sectie zw.mitr. en een stuk pag. aan de Engwierderlaan en droeg een officier op, in de haven van Makkum schepen te vorderen ter voorbereiding van de terugtocht over het IJsselmeer. Inmiddels verschenen uit noordelijke richting allerlei terugtrekkende, deels ongewapende, troepen. Zij werden door de vakcommandant persoonlijk met het pistool in de hand tegengehouden; aanvankelijk gelukte het een groot deel der militairen tot staan te brengen. In een der autobussen bevond zich een officier van gezondheid die verklaarde, dat de bezetting van Zurich zich reeds te Korn- werderzand bevond en dat de commandopost van de Commandant van de Wons stelling was verlaten. Toen de vakcommandant hem niet toestond van de aanwezige boten gebruik te maken, pakte deze officier van gezondheid een fiets en verdween in zuidelijke richting. Ook de sectie zw.mitr., kort tevoren opgesteld aan de Engwierderlaan, trok eigenmachtig terug doch de vakcommandant zond deze opnieuw uit. De verbinding met de commandopost van de Commandant van de Wons stelling was verbroken, evenals die met Vak Wons. Een per auto uitgezonden onderofficierspatrouille meldde, dat zich op de kop van de Afsluitdijk slechts vijand bevond en dat er geen eigen troepen meer te zien waren. De vakcommandant gelastte toen aan alle bereikbare onderdelen, op de haven van Makkum terug te gaan. De troepen vertrokken te 16.30 in zes schepen, waarvan er vier te Medemblik en twee te Enkhuizen aankwamen zonder door vijandelijke vliegtuigen te zijn aangevallen. Enige kleinere groepen voeren af zonderlijk over. De vakcommandant meldde zich bij de commandant van het 11e Depotbataljon te Enkhuizen. Deze reorganiseerde de troep en vormde een nieuwe compagnie als: 8-11 Dep.Bat., welke in de nacht van 13/14 Mei patrouillediensten in Enkhuizen verrichtte en op 14 Mei op Edam werd gedirigeerd. Aldaar werd het bericht van het neerleggen der wapens vernomen. De eerste sectie van 2-1-33 R.I. welke de terugtocht naar de haven van Makkum had gedekt, verloor het contact met de compagnie; de sectiecommandant meldde zich na de overtocht bij een compagnie van 36 R.I., welke te Wieringerwerf legerde. De officier van gezondheid van Vak Makkum had voor het vertrek van de vak bezetting met een deel van de compagniesstaf Makkum per motorboot verlaten. 64 x) Uit de gegevens blijkt niet duidelijk, of de Commandant van de Wonsstelling in de gespannen toestand, waarin hij telefoneerde, nog gedacht heeft om eventueel zelf op Makkum terug te gaan, of dat zijn mededelingen geheel sloegen op de troepen van Vak Makkum.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 82