brandden. De bezetting bestreed zonder resultaat de vliegtuigen met geweer- en karabijnvuur. Door personeel van 12 C.Pn. werden landmijnen gelegd onder de puntdraad- versperring en vóór de tankversperring (asperges). Te omstreeks 14.30 naderde uit de richting Friesland een wanordelijke troep, gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk in autobussen. Het bleek een groot deel van de bezetting van de Wonsstelling te zijn. De Detachementscommandant, in telefonisch overleg met C.-Stg.Hd. handelende, deed een buiten-mitrailleur in stelling brengen en, ter voorkoming van het doordringen van de vijand, de aspergever sperring achter de vluchtende troepen sluiten en de reeds opengedraaide brug vóór de troep opblazen. Bovendien deed hij door zijn personeel beletten, dat van de schutsluizen werd gebruik gemaakt om toch te passeren. Toen de gevreesde achtervolging van de vijand uitbleef werden met toestemming van de Stelling commandant de troepen, waarin door personeel van Kornwerderzand enige orde was geschapen, over de schutsluizen doorgelaten, doch eerst, nadat het auto- materieel in het water was geworpen. Bij deze troepen bleek zich ook de Comman dant van de Wonsstelling te bevinden. In de loop van de namiddag herhaalde de vijand zijn luchtaanvallen met mi trailleurs enige malen. De bezetting had intussen de door de terugtrekkende troepen weggeworpen mitrailleurs verzameld, waardoor de bewapening van Kornwerderzand o.a. met 13 lichte mitrailleurs was uitgebreid. Tegen het invallen van de duisternis kwam het eerste contact met de vijand tot stand, toen drie Duitse soldaten zich vertoonden tussen de versperring en de brug. Zij schoten op het zoeklicht en werden met geweervuur verdreven. Twee kwamen in het mijnenveld voor de versperring om; de derde ontsnapte. Op 13 Mei te ongeveer 1.00 kwamen het Pel. 2 tl. (afkomstig uit Leeuwarden) en het 2e Pel.Lu.Mitr. de bezetting versterken1). Het Pel. 2 tl. telde 1 officier, 1 adjudant-onderofficier en 44 sergeanten, korporaals en soldaten; het Pel.Lu.Mitr. telde 1 vaandrig en 15 man. Beide pelotons kwamen onmiddellijk in stelling, resp. in eerste en tweede linie. Zij openden het vuur op de vijandelijke vliegtuigen, die bij het aanbreken van de dag aanvielen. De bediening betoonde grote onverschrokkenheid door niet te wijken voor het vijandelijke mitrailleurvuur. Vier vliegtuigen werden afgeschoten met het gevolg, dat verder de vliegtuigen op grotere hoogte bleven. Te omstreeks 17.00 opende vijandelijke artillerie (kaliber ongeveer 8 cm), in stelling nabij de kop van de Afsluitdijk, het vuur, dat kennelijk geleid werd door een boven Kornwerderzand cirkelend vliegtuig. De uitwerking van het vuur op de kazematten was vrijwel nihil; de buitenopstellingen van de mitrailleurs werden beschadigdeen affuit van een kanon van 2 tl. werd vernield en twee vizierinrich tingen geraakten onklaar. Een scherf, die door het schietgat van een der kaze matten kwam, vernielde de richtkijker van een der kanonnen van 5 cm. De beschieting duurde met enige tussenpozen tot 18.00, waarna vijandelijke 66 0 Zie blz. 43.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 84