HOOFDSTUK V DE LUCHTVERDEDIGING C.-Lvd. gaf op 8 Mei te 15.30 per telefoon of per telex het bevel Nr 22 B uit, hetwelk als Nr 23 B schriftelijk werd bevestigd. Dit bevel, o.m. gericht aan C.-Stg.Hd. had de volgende inhoud1). Op 10 Mei te 1.10 ontvingen de commandanten van de jachtvliegtuigafdelingen het volgende bevel van C.-Lvd. Bij het eventueel te geven bevel „opstijgen" was de opdracht, vliegtuigen van vreemde nationaliteit aan te vallen; de jachtvliegtuigen moesten zich daartoe binnen een rayon van 25 km rondom het vliegpark(veld) ophouden. Als gevolg van deze bevelen stonden de luchtdoelbestrijdingsmiddelen en de bewakingstroepen van de vliegkampen, het vliegpark en de hulpvliegvelden te 70 PARAATHEID „Ter bevestiging van mijn telefonisch (telex) bericht terzake van 8 Mei 1940, Nr 22 B bericht ik Uwer Excellentie (U), dat tot nader order ten aanzien van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen (vliegtuigafdelingen inbegrepen) en bewakingstroepen van vliegvelden en landingsterreinen het volgende wordt bepaald. I. Van 3.15 tot 8.00 moet het personeel van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen en de bewa kingstroepen van vliegvelden en landingsterreinen zich in den hoogsten graad van strijd vaardigheid bevinden. Gedurende deze uren moeten alle jachtvliegtuigen en vliegtuigen van 2-1-1 Lv.R. gereed zijn om op te stijgen. II. Van 8.00 tot 20.30 moeten de onder I genoemde troepen in een toestand van verhoogden graad van strijdvaardigheid zijn, hetgeen voor de bewakingstroepen van vliegvelden en landingsterreinen omvat, dat alle automatische wapenen bezet zijn door het wachtgedeelte, het piket gekleed rust en het overige personeel volledig rust. Van de beschikbare bemanningen van de jachtvliegtuigen en van de bemanningen van 2-1-1 Lv.R. moet 50 gereed zijn om te kunnen opstijgen. De overige vliegtuigbeman ningen hebben volledige rust. III. Van 20.30 tot 3.15 moeten de onder I bedoelde troepen eveneens in een toestand van ver hoogden graad van strijdvaardigheid zijn, hetgeen alsdan voor de bewakingstroepen omvat, dat 50% van de automatische wapenen is bezet door het wachtgedeelte, het piket gekleed rust en het overige personeel volledig rust. Alle vliegtuigbemanningen hebben volledige rust. IV. Tot nader order moeten alle vliegvelden den geheelen nacht verduisterd zijn. De maatregelen ten behoeve van de luchtbescherming dienen volledig te zijn getroffen". „Alle gevechtsgerede vliegtuigen gereed voor onverwijld opstijgen - daartoe op de juiste plaats opgesteld - van 3.00 af. Opstijgen wordt gelast door C.-Lvd., dan wel op eigen initiatief naar aan leiding van eigen waarneming of belangrijke luchtwachtmeldingen, welke per radio in voor komend geval zullen worden omgeroepen. Bij landing na volbrachte vlucht (normaal gedurende twee uur) onverwijld voor de volgende gevechtsactie gereed maken. Voor deze actie volgen c.q. nadere opdrachten". De in het bevel genoemde 2-1-1 Lv.R. was een bombardeervliegtuigafdeling (Bom.V.A.).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 88