deze school ontvingen reeds gebrevetteerde vliegers hun opleiding tot jacht- of meermotorig vlieger. Onder de aanwezige vliegtuigen waren een aantal jacht vliegtuigen aanwezig. De Commandant van deze school, een kapitein-vlieger-waarnemer, was tevens vliegparkcommandant en stond als zodanig onder bevel van C.-Stg.Hd. Voor de beveiliging tegen luchtaanvallen beschikte hij, zoals wij zagen, over een peloton van twee kanonnen van 2 tl. en twee mitrailleurs; de bewaking bestond uit een sectie van 3-III-45 R.I. en, sedert de namiddag van 9 Mei, bovendien uit de le Sectie van 21 Dep.C.Bew.Tr. Het vliegveld was versperd, doch een startbaan kon spoedig worden vrijgemaakt. Het personeel legerde in een legeringsbarak en een hangar op het vliegpark. Er was een regeling voor dagen van spanning, volgens welke het personeel te 2.30 gewekt werd en zich kleedde, doch daarna weder gekleed kon rusten behalve de wacht, de officier van piket en de bediening van de lichte mitrailleurs. Vermoedelijk hebben de bevelen van C.-Lvd., inhoudende dat het bewakingspersoneel zich in de gevechtsopstellingen moest ophouden, de vliegparkcommandant niet bereikt, zodat dit niet was uitgevoerd. De Hulpvliegvelden Wieringermeer en Middenmeer in de Wieringermeer werden bewaakt door de op 8 Mei aangekomen 11 Dep.C.Bew.Tr., die met een sectie op het hulpvliegveld Middenmeer en met het gros op het hulpvliegveld Wieringer meer was opgesteld. Van de namiddag van 10 Mei af werd echter de bewaking op elk van de beide hulpvliegvelden door twee secties uitgevoerd. De verdediging tegen luchtaanvallen was, zoals vermeld, toevertrouwd aan 21 Bt.Lu.A. en 2 Pel.Lu.Mitr. Er is reeds medegedeeld, dat de batterij op De Mok op 10 Mei te 2.50 het vuur op laag overkomende vliegtuigen opende; dat daarna te ongeveer 3.50 mijnen in het Marsdiep werden afgeworpen en dat vervolgens het Vliegpark De Vlijt en het Vliegkamp De Kooi werden aangevallen. Het Vliegkamp De Mok werd niet aan gevallen; slechts de vliegtuigen die na het afwerpen van mijnen langs De Mok kwamen en werden bevuurd, beantwoordden het vuur. Wij zullen thans eerst de verschillende vliegkampen, het vliegpark en de hulp vliegvelden bezien. Op het Vliegkamp De Kooiterwijl de jachtvliegtuigen gereed stonden om op te stijgen met de vliegers in de cockpit, de motoren warm gedraaid en het grond personeel op zijn post, vertrouwde de Commandant van de Ja.V.A. de toestand niet erg en enige malen was hem toestemming om op te stijgen geweigerd door zijn chef, de Commandant van de Jachtgroep. Toen hij echter tijdens een telefoon gesprek een mededeling opving waaruit bleek, dat een der Nederlandse vliegvelden was aangevallen, gaf hij onmiddellijk bevel om op te stijgen. Kort daarna werd het vliegkamp aangevallen door enige Duitse vliegtuigen, die 73 OORLOGSGEBEURTENISSEN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1960 | | pagina 91