echter weinig schade veroorzaakten. De jachtvliegers kruisten in een grote boog
om het veld in drie patrouilles van drie, terwijl twee toestellen als reserve op de
grond waren gebleven. Een der patrouilles, die rookverschijnselen waarnam op
Vliegpark De Vlijt en op Vliegpark Bergenvoerde daarheen een verkenning uit
en nam waar, dat deze beide waren gebombardeerd. Boven De Vlijt werd deze pa
trouille niet herkend en daardoor bevuurd echter zonder te worden getroffen. Toen
daarop De Kooi opnieuw werd aangevallen, gingen de Nederlandse vliegtuigen
het gevecht aan met in aantal ongeveer gelijke krachtende Duitse Messerschmidts
waren sneller, waartegenover stond, dat de Nederlandse D XXI jagers wendbaarder
waren. De Duitsers verloren vier vliegtuigen tegen de Nederlanders één, doch
verscheidene Nederlandse vliegtuigen waren beschadigd. Te 8.20 ontving C.-Stg.
Hd. bevel om, in verband met mogelijke hulp van bondgenoten, twee startbanen
op De Kooi en één op Middenmeer te doen vrijmaken.
Een volgende aanval kwam, toen de toestellen aan de grond stonden om te
tanken en munitie bij te laden en het gevolg was, dat te 8.45 alle vliegtuigen buiten
gevecht waren gesteld.
Het vliegkamp onderging op 10 Mei vijf aanvallen. Bij een daarvan werd een
hangar vernield waarbij brand ontstond, die zich mededeelde aan een bureau- en
een legeringsbarak. Het gevolg was, dat het marinepersoneel en de mannen van het
4e Pel.Lu.Mitr. al hun in deze barak geborgen eigendommen kwijt waren. Na deze
aanval (van 12.00) gaf C.-Lvd. te 13.00 bevel voor verplaatsing van de D XXI
vliegtuigen naar Buiksloot. In totaal konden vijf toestellen worden hersteld en
overgevlogen evenals een toestel uit Schiphol, dat zwaar beschadigd op het vlieg
kamp was geland.
In een Duits vliegtuig, dat tot een noodlanding was gedwongen, bevond zich
een Hauptmann, commandant van de aanvallende formatie. Deze, de eerste
krijgsgevangene, was in het bezit van een kaart waarop wel De Vlijt, De Mok en
De Kooi waren gemerkt, doch niet de hulpvliegvelden in de Wieringermeer. De
conclusie, dat de Duitsers van het bestaan der beide hulpvliegvelden niet op de
hoogte waren, bleek later juist te zijn.
Het Vliegkamp De Kooi kwam verder niet meer in aanmerking voor het sta
tionneren van vliegtuigen.
In de avond van 11 Mei maakten twee D XVII vliegtuigen (Fokkerjagers), die
van het Vliegpark De Vlijt op weg waren naar Buiksloot, een noodlanding op en
nabij het Vliegkamp De Kooi ten gevolge van beschieting door eigen troepen boven
de kop van Noord-Holland, waar zij niet als Nederlandse vliegtuigen waren her
kend.
Een van de twee vliegtuigen kon worden hersteld en daarna naar Buiksloot
vertrekken; het andere was onherstelbaar.
Van het Hulpvliegveld Wieringermeer valt niets bijzonders te vermelden.
Op Middenmeer werd in de avond van 10 Mei en de daaropvolgende nacht de
Ie Verkenningsgroep uit Hilversum overgebracht, die echter niet onder bevel van
C.-Stg.Hd. trad. Van deze Groep voerden in de vroege morgen van 12 Mei twee
74