aanvallen beveiligd door de mitrailleur van 40 mm van de op de Rijkswerf liggende
O 12 en door twee buitgemaakte vliegtuigmitrailleurs, afkomstig uit een Duits
vliegtuig.
De vliegkampen De Kooi en De Mok zijn reeds in Hoofdstuk V behandeld.
De divisie onderzeeboten (Hr.Ms. O 9, O 10 en O 13) bevond zich op 10 Mei
bij het aanbreken van de dag in het territoriaal zeegebied ter hoogte van Bergen.
Het bewakingsvaartuig Hr.Ms. B.V. 3 lag in het Schulpengat vóór de mijn-
versperring, doch werd in de loop van de morgen naar binnen geroepen.
De mijnenlegger Hr.Ms. Medusa lag in het Schulpengat, gereed om zo nodig
onmiddellijk de sluitversperring te kunnen leggen.
De torpedoboot Hr.Ms. G 13 lag in de Texelstroom, teneinde eventuele aanval
len van klein materiaal door de Doove Balg (Oostelijk van de Texelstroom) te
bestrijden.
De kanonneerboot Hr.Ms. Brinio, liggende in de buitenhaven, kreeg opdracht
zich naar het IJsselmeer te begeven en vertrok te 5.00.
Op de rede of in de T exelstroom lagen de torpedobootjager Hr.Ms. van Galen, de
mijnenleggers Hr.Ms. Jan van Brakel, Willem van der Zaan en Nautilus, de torpe-
doboten Hr.Ms. Z 6 en Z 7 en het bewakingsvaartuig Hr.Ms. B.V. 1; bovendien
de verouderde onderzeeboot O 8, die overdag onder water bleef.
In de buitenhaven (het Nieuwe Diep) lagen de divisie mijnenvegers, bestaande
uit Hr.Ms. Pieter Florisz en Abraham van der Hulst met twee boeienschepen, de
torpedoboot Hr.Ms. G 15, benevens enige sleepboten en hulpschepen; bovendien
de sinds kort uit de reparatie gekomen Hr.Ms. Jan van Gelder.
In de loop van de morgen van de 10e Mei werd Hr.Ms. van Galen naar Rotter
dam gezonden.
Nadat bericht was ontvangen dat de Engelsen een mijnenveld legden ter hoogte
van Camperduin, werd de opstelling van de onderzeeboten gewijzigd in drie tot
tien mijl bewesten de Haaksgronden.
In overleg met de Britse admiraliteit, die vreesde dat de aanwezigheid van
Nederlandse onderzeeboten in de Noordzee tot misverstanden aanleiding zou
geven, werd besloten de divisie onderzeeboten naar Engeland te zenden. Te 13.55
gaf C.-Stg.Hd. per telegram de order, dat de schepen bij de lichtboei van de Zuider-
haaks moesten verzamelen, waar Hr.Ms. Jan van Gelder zich zou bevinden.
De onderzeeboten moesten daarna onder escorte van Hr.Ms. Jan van Gelder
naar Engeland vertrekken. Hr.Ms. O 9 en O 10 vingen de order niet op zodat
slechts Hr.Ms. Jan van Gelder en O 13 naar Engeland vertrokken, terwijl de beide
andere onderzeeboten naar Den Helder terugkeerden.
Op 12 Mei te 1.00 ontving C.-Stg.Hd. bericht van de Detachementscommandant
te Kornwerderzand, dat Stavoren door Duitse troepen was bezet en daar hij vreesde,
79
DE OORLOGSSCHEPEN TE DEN HELDER EN IN HET ZEEGAT VAN TEXEL
(Zie kaart nr 2)