Detachement kustartillerie, bestaande uit: Staf; Batterij I (3x12 1. 40) met een zoeklicht van 90 cm; de batterij schoot met indirecte richting; Batterij II (3X12 1. 40) met een zoeklicht van 75 cm; de batterij schoot met directe en indirecte richting; Batterij III elk 3X7 1. 40 en een zoeklicht van 60 cm; Batterij IV j zij vuurden met directe richting. Batterijen I en II stonden opgesteld tussen Wijk aan Zee en de Buitenhaven; Batterijen III en IV stonden ten zuiden van het Buitenkanaal en ten westen van de Haringhaven. Op het pantserfort IJmuiden: een pantserbatterij van 5x24 1. 30, die buiten be drijf was gesteld, omdat zij volgens de Positiecommandant (C.P.IJ.) geen bete kenis meer had; bovendien een koepel met twee kanonnen van 15 1. 30 die wel in bedrijf was. Gedurende de periode van spanning na het intrekken van de verloven op 7 Mei waren door de C.P.IJ. extra maatregelen voor de veiligheid genomen. Des nachts waren de beide Buitenkanalen ter weerszijden van het Fort versperd met schepen en baggermateriaal en waren de kust- en navigatielichten gedoofd, zodat alsdan scheepvaart niet mogelijk was. Kort voor 10 Mei was in de Buitenhaven een dubbele grondmijnversperring gelegd. Op grond van de op 9 Mei ontvangen bevelen en inlichtingen was voor 10 Mei de hoogste graad van paraatheid voor de infanterie bevolen met ingang van 3.00, doch de Marine en de kustartillerie verkeerden reeds te 2.00 in alarmtoestand. De C.P.IJ. zelf bevond zich eveneens reeds te 2.00 op zijn commandopost, die gevestigd was in het Fort, waar zich ook de C.-Det. K.A. ophield. C.-42 R.I., res. luitenant-kolonel J. P. J. G. van Blarkom ontving volgens zijn rapport te 10 Mei 3.00 bevel, de alarmstelling I te doen innemen.1) 7 Niet onder de C.P.IJ. ressorteerden: le: Luchtdoelartillerie en -mitrailleurs. a. behorende tot de Luchtverdedigingskring Amsterdam 18 Bt.Lu.A. (3 X 7,5 tl.), in stelling ten zuiden van de zuidoostpunt van de Vissershaven; 7 Pel.Lu.Mitr. bij de Staalhaven; 9 Pel. Lu.Mitr. ten noorden van de Velsener spoorbrug; 11 Pel. Lu.Mitr. ten westen van Velsen. Deze drie pelotons hadden elk 4 mitrailleurs M'25; bovendien had het 7e Pel. 1 kanon van 2 tl., het 9e Pel. 2 kanonnen van 2 tl. Op 14 Mei werd uit het Depot der Lu.A. naar de Positie gezonden 21 Pel.Lu.Mitr. (3x2 tl.) dat geplaatst werd bij de Grote Schutsluis. b. behorende tot de le Comp. Lu.Mitr. van I L.K.: 152 Bt.Lu.A. (3x4 tl.), opgesteld in het duinterrein ten noorden van de havens en ten oosten van de kustbatterij II. 2e: Het Depot kustartillerie te IJmuiden. 3e: Een bataljon van 12 R.I. (van de Ille Divisie), gelegerd te Velsen. Het is niet meer bekend, hoeveel en welke andere alarmstellingen aanwezig waren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 23