Op 11 Mei waren een Duitse officier van gezondheid, een veldprediker en vier hospitaalsoldaten aangebracht, die hij met het oog op mogelijke verzorging van verdere gevangenen bij zich had gehouden. In de Groep 's-Gravenhage begonnen de vijandelijkheden op 10 Mei met een luchtbombardement van 4.00 tot 4.45 van het Vliegpark Ypenburg en een lucht bombardement van de Alexanderkazerne aan de van Alkemadelaan. Vervolgens hadden, zoals reeds is medegedeeld, aanvallen met luchtlandingstroepen plaats tegen het vliegpark Ypenburg en het vliegveld Ockenburg. Na het bombardement werden ten noorden, westen en zuiden van het Vliegpark Ypenburg parachutisten uitgeworpen, zelfs tot dicht bij Delft. De na 5.24 landende transportvliegtuigen met troepen geraakten door vuur van de verdedigers voor een deel in brand of werden beschadigd, zodat volgende transportvliegtuigen elders, op wegen, op het strand of in weilanden landden of naar hun basis terugkeerden. De Duitsers slaagden er in, een deel van het vliegpark en een aantal punten daarbuiten te bezetten. In de loop van de dag werden door troepen van I L.K. en Depottroepen aan vallen op het vliegpark uitgevoerd die tot gevolg hadden, dat het nog dezelfde dag weder in eigen handen kwam, terwijl het terrein in de omgeving en dat tussen Rijswijk en Delft van vijanden werd gezuiverd. Tot de troepen, die aan deze actie deelnamen, behoorde 2-G.B.Gr. te Scheve- ningen. Van deze compagnie, die reserve van de kusttroepen was, waren reeds vroeg drie secties ingezet tegen het radiostation Scheveningen en het Landhuis van H.M. de Koningin „Ruygenhoek", zulks naar aanleiding van berichten om trent parachutisten, die hier zouden zijn geland. Omstreeks 6.00 kwam er echter bevel van C.-Vg.Holland, dat de compagnie met middelen van versneld vervoer moest worden verplaatst naar het H.K.-Vg. Holland, waar zij te 9.00 voltallig aanwezig was. Zij ontving opdracht, onder achterlating van een sectie (die belast werd met de bewaking van het Departement van Economische Zaken, waar de Regering vergaderde), af te marcheren naar het Vliegpark Ypenburg, waar 70 a 80 parachutisten geland zouden zijn en dit vliegpark te heroveren. De compagnie (min een sectie) marcheerde naar de Hoornbrug te Rijswijk, waar de toestand wel enigszins anders bleek en waar C.-II-R.Gr. inmiddels was belast met de leiding van de aanval op Ypenburg. De compagnie werd aanvankelijk ten oosten van de rijksweg tegen het vliegpark ingezet doch kon, evenals de andere troepen ter plaatse, dit niet bereiken. Te ongeveer 18.00 was de compagnie (min twee secties) weder bij de Hoornbrug aangetrokken waar zij opdracht ontving, langs de rijksweg naar Delft op te rukken in het verband van andere troepen. Deze opmars leidde er toe dat een 150-tal parachutisten zich overgaven, die naar Rijswijk werden vervoerd, waarna 2-G.B.Gr, 28 GROEP 'S-GRAVENHAGE (Zie voor 10 Mei schetskaart nr 3)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 44