werd belast met het overbrengen per auto van deze gevangenen naar 's-Gravenhage. Dit kon echter slechts voor een klein deel worden uitgevoerd daar de compagnie bevel kreeg, in de Binckhorstpolder opstelling te nemen en de gasfabriek te be veiligen. Hiertoe werd 11 Mei te 1.30 afgemarcheerd en de compagnie (min een sectie) heeft die opdracht tot de capitulatie uitgevoerd. Het Hulpvliegveld Ockenburg werd niet gebombardeerd. Wel werden aldaar het bombardement van Ypenburg en luchtgevechten waargenomen. Te 4.45 landden enige Nederlandse jachtvliegtuigen, afkomstig van Ypenburg op het veld. Kort daarna werd het door enige laag vliegende Duitse vliegtuigen bevuurd en werden boven de duinen ten westen van het vliegveld parachutisten afgeworpen, die door de bewakers van het vliegveld onder vuur werden genomen. Te 5.20 landden 18 Duitse transportvliegtuigen op het vliegveld, die te 5.50 gevolgd werden door nog 8 vliegtuigen. De met de vliegtuigen vervoerde Duitsers en de in de duinen gelande parachutis ten hadden te 7.00 het veld in hun bezit. In de loop van de dag werd dit weder heroverd door eenheden van I L.K., die uit 's-Gravenhage, Loosduinen en Mon ster aanvielen, alsmede door onderdelen van V Dep.Inf. uit 's-Gravenhage. De ontruiming van het vliegveld door de Duitsers was voornamelijk het gevolg van artillerievuur, dat op het veld werd afgegeven door een Afdeling artillerie uit Poeldijk; deze was in stelling gekomen nadat de commandant te Loosduinen over leg had gepleegd met C.-R.Gr., die de actie tegen het vliegveld leidde. De Duitsers weken voor het artillerievuur uit naar het bedekte terrein ten zuiden van het vlieg veld, waar zij zich naar alle zijden ter verdediging inrichtten. Bij deze Duitsers bevond zich de Commandant van de 22e Divisie met het groot ste deel van zijn staf, die op het vliegveld Ypenburg had moeten landen, doch toen dit niet meer mogelijk was, naar Ockenburg was doorgevlogen. Gedurende de nacht van 10 op 11 Mei en op 11 Mei bevonden zich Nederlandse troepen daartegenover op het hulpvliegveld en te Loosduinen. In hoeverre heeft de Duitse aanval op Ockenburg invloed gehad op onderdelen van de Groep 's-Gravenhage? Zoals eerder werd vermeld, was de Res.G.C.J. opgesteld te Kijkduin en Ter heiden met in elke plaats twee secties en de commandogroep te Terheiden. Het detachement Kijkduin bevond zich dus dicht bij het terrein van actie, te meer, daar een deel der parachutisten was neergekomen in de duinen. Het detachement had vier groepen aan de kust opgesteld, twee groepen in reserve en daarvan was een wacht geplaatst aan de kust bij pl. 110, dus 4 km ten zuiden van Kijkduin. Het detachement werd niet aangevallen, doch de commandant deed een deel ervan front maken naar de landzijde. Een aantal Duitse vliegtuigen landde op het strand nabij pl. 110, die later door Hr.Ms. torpedoboot jager van Galen, op weg naar Hoek van Holland, werden bevuurd. Daarheen werd uit Kijkduin een pa trouille gezonden en in de loop van de dag kwamen daar jagers van I-R.J. uit Monster aan. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 45