wapens uit de verlaten legeringsgebouwen, waarna zij werden nagezonden naar hun onderdeel. Bij de Staf van de Groep 's-Gravenhage te Wateringen waren op 10 Mei de bewegingen van de Duitse vliegtuigen waargenomen. Berichten, die wezen op het landen van transportvliegtuigen in de nabijheid van Wateringen, leidden tot het uitzenden van patrouilles. Een patrouille van de Staf, sterk een luitenant en acht man, nam een vliegtuig waar nabij de Spieringwetering, 3 km ten oosten van Wate ringen. Zij rukte daartegen in verspreide orde op terwijl tegelijkertijd een andere afdeling, afkomstig van 6 Dep.Bat., uit oostelijke richting oprukte. Onder deze gezamenlijke druk gaf de twaalf man sterke bemanning van het vliegtuig zich over, terwijl twee mitrailleurs met munitie en twee motorrijwielen werden buitgemaakt De gevangenen werden naar Delft afgevoerd. Bij de afdeling van 6 Dep.Bat. waren twee doden gevallen. In de avond van 10 Mei kwamen te Wateringen de 4e en 6e Compagnie van 13 Dep.Bat. aan, welke compagnieën in de loop van 10 Mei uit 's-Gravenhage naar Loosduinen waren gezonden. Intussen was door C.-Vg.Holland en C.-I L.K. een regeling van de bevelvoering getroffen, als gevolg waarvan C.-Groep 's-Gravenhage onder bevel van C.-I Div. was komen te staan. Reeds is medegedeeld, dat van G.B.Gr. te Scheveningen de 2e Compagnie des morgens uit Scheveningen was verplaatst naar 's-Gravenhage, daarna was ingezet tegen Ypenburg en tenslotte was belast met bewakingsdienst bij de gasfabriek in de Binckhorstpolder. In de vroege morgen van 10 Mei had de Regering besloten, dat de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Koloniën met spoed naar Engeland zouden vertrekken teneinde steun van de Britse Regering te bepleiten. De overtocht zou worden uit gevoerd met vliegtuigen van de Marineluchtvaartdienst. Van het Marinevliegtuigsteunpunt Braassemermeer startten te ongeveer 8.00 kort na elkaar de vliegtuigen R3 en Rl, terwijl ongeveer een half uur later uit de Mok op Texel de R4 en G8 vertrokken. Vervolgens vertrok van de Braassemermeer nog de R2 te ongeveer 9.15. De R3 kwam na ontmoeting met Duitse vliegtuigen met een lek geschoten drijver te Scheveningen aan en dit vliegtuig vervoerde de beide Ministers resp. met echtgenote en secretaresse naar Engeland. De Rl kwam met een lek geschoten drijver en benzinetank te Scheveningen en was dus voor verder gebruik uitgeschakeld. De R4 en G8 kwamen even na vertrek van de R3 aan en werden tijdens het naar het strand taxiën door Duitse vliegtuigen aangevallen, waardoor de officier bestuurder van de R4 en de mitrailleurschutter zwaar werden gewond en kort daarna in het ziekenhuis overleden. Het toestel werd daarna in brand geschoten, evenals de G8 waarvan de bemanning echter ongedeerd bleef. De Rl heeft later, met één benzinetank vliegend, het vliegkamp Schellingwoude bereikt. De R2 kreeg order om naar zijn basis terug te keren. De vlieger besloot 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 47