Van de Koninklijke Marine:
Bewakingsvaartuigen B.V. 43 en B.V. 44 (trawlers bewapend met een kanon van
7,5 cm), die in de nacht van 9 op 10 Mei buitengaats kruisten met gedoofde lichten;
Onderzoekingsvaartuigen B.V. 18 en 19, die in de nacht van 9 op 10 Mei bin
nen waren;
Divisie hulpmijnenvegers (D.H.M.V.) III, bestaande uit de hulpmijnenvegers
(H.M.V.) 1, 2, 3, 4, bewapend met een dubbelmitrailleur van 12.7 mm, die na
uitvoering van een veegopdracht in de avond van 9 Mei naar de Poortershaven (6 km
ten zuid-oosten van de Berghaven te Hoek van Holland) waren gezonden;
Boeienschepen nr 5 (tijdelijk te IJmuiden) en nr 6, bewapend met een mitrail
leur;
Hr. Ms. torpedoboot Z. 5, onder bevel van de Commandant der Marine te Wil
lemsoort, die op 9 Mei te 23.00 van Hoek van Holland in alarmtoestand naar zee
vertrok
Kanonneerboten Thoa en Hadda, in de Berghaven, dienstdoende als logies-
schepen
Detachement marinetroepen, bestaande uit 2 officieren, 60 mariniers en onge
veer 140 marineschepelingen, waarvan slechts 15 beroepsmatrozen, 46 zeemili
ciens en voor het overige schrijvers, seiners, telegrafisten en geneeskundig perso
neel; het detachement legerde in het R.V.S. kamp l);
Marine-havenbatterij van 2 kanons van 5 cm semi-automatisch, onder bevel
van een luitenant der mariniers, bij de Berghaven;
Acht marine-kanons van 3,7 cm bij de Berghaven
Een marine-batterij van 3 kanons van 7,5 cm kort bij de exportslachterij Vianda,
onder bevel van een luitenant der mariniers, met daarbij een landmacht-zoeklicht
van 90 cm;
Marine-kustwachtpost op de semaphore;
Grondmijnversperring met twee afvuurposten, elk onder bevel van een luitenant
ter zee;
Een havenversperring.
Van de Koninklijke Landmacht:
Infanterie:
C.-39 R.I. met staf, waarin opgenomen de verbindingsafdeling en de Regiments-
wielrijderspatrouille
39 C.Mr., 39 Bt. 6 veld, 11-39 R.I. en 15 Res. G.C.
Detachement kustartillerie:
Staf;
39
R.V.S. Rotterdamse Verenigde Scholen.