Batterij V (3X15 1. 40) nabij pi. 117.5.1); Batterij VI (3x7) nabij pi. 118.31); Fort Maasmond met koepels A en B, elk met 2X24 1. 30 en koepel C met 2x15 1. 30. De koepels waren draaibare pantserkoepels2); Afdeling 12 1. 40, ten zuiden van de Nieuwe Waterweg, bestaande uit: Staf, Batterij VII (3x12 1. 40), ten noordwesten van Koestal1); Batterij VIII (3x12 1. 40), ten zuidwesten van Veerhoofd1); Sectie Zoeklichten, waarvan: 1X200 cm bij pl. 116.5; 1X150 cm bij de Noorddam van de Nieuwe Waterweg; 1X150 cm bij de Zuiddam van idem; 1X90 cm bij de marine-batterij Vianda; 1 op het Fort Maasmond, niet geschikt voor samenwerking met de koeppelka- nonnen, doch wel voor samenwerking met het geschut bij de Berghaven. Omtrent de organisatie zij het volgende opgemerkt. 39 C.Mr. telde drie secties van twee mortieren. 39 Bt. 6 veld telde twee secties van twee stukken. De tirailleurcompagnieën van 11-39 R.I. beschikten over acht lichte mitrailleurs, terwijl de mitrailleurcompagnie acht zware mitrailleurs telde, verdeeld over vier secties. Voor zoveel na te gaan waren bij 15 Res.G.C. eveneens acht lichte mitrail leurs ingedeeld. De P.C. had een uitgebreide regeling voor de paraatheid gemaakt, waarin werden onderscheiden: Alarmstelling, Oorlogswacht en Bewakingsopstellingen A tjm E. Voor elk dezer toestanden waren bepalingen vastgelegd voor de Kon. marine, de infanterie, de artillerie en de zoeklichten. Van 7 t/m 10 Mei was ten naastenbij de toestand bevolen, geldende voor de Bewakingsopstelling A. Deze toestand hield, wanneer zij geheel werd uitgevoerd, de volgende maat regelen in: - De Divisie mijnenvegers lag aan de Harwichsteiger met één mijnenveger in één uur stoomklaar. Voor de vaartuigen van de onderzoekingsdienst werden door de Chef Zeeverkeer orders gegeven. - De twee bewakingsvaartuigen lagen buitengaats van twee uur vóór zonsopgang tot nader order. 40 Niet onder bevel van de Positiecommandant (P.C.) stond 17 Bt.Lu.A (3 x 7.5 cm tl.) die be hoorde tot Lvd.kring 's-Gravenhage-Rotterdam. 0 Batterij V was kort voor de mobilisatie in 1939 gereed gekomen, de Batterijen VI, VII en VIII gedurende de mobilisatie, de laatstgenoemde twee eerst in April 1940. Deze beide batterijen konden ook vuur brengen naar de landzijde, hetgeen voor de Batterijen V en VI door achterliggende duinen of huizengroepen niet mogelijk was. De batterijen beschikten elk over twee luchtdoelmitrailleurs. 2) Het fort Maasmond dateerde van 1888 en was verouderd. De koepels A en C konden ook vuur brengen naar de landzijde; voor koepel B was dit slechts in beperkte mate mogelijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 56