mitrailleur, die vuur kon brengen op de Nieuwe Waterweg. Ten westen van de
Berghaven stond een sectie 6 veld opgesteld, die eveneens de Nieuwe Waterweg
bestreek.
De gevechtsopstellingen op het noordfront en het oostfront waren door het niet
beschikbaar stellen van de nodige geldmiddelen nog niet aangelegd.
b. ten zuiden van de Nieuwe Waterweg:
3-II-39 R.I. moest elf posten bezetten in een halve cirkel met de basis aan de
Nieuwe Waterweg, waarbinnen de Afdeling kustartillerie was opgesteld.
Bij de Zuiddam van de Nieuwe Waterweg waren drie zware mitrailleuropstellin
gen.
Er waren in totaal 17 betonkazematten (stekelvarkens 1)) voor lichte mitrailleurs
en acht gietstalen koepelkazematten 2) voor zware mitrailleurs gereed. De gevechts
opstellingen (groepsnesten), die dit geraamte moesten aanvullen, waren op het Zee
front, langs de Nieuwe Waterweg bij de Harwichsteiger en op Rozenburg gereed,
doch op het landfront was door allerlei omstandigheden nog slechts weinig kunnen
worden verricht.
Aangezien C.-II-39 R.I. ,res. majoor G. Witkamp, de infanterie ten noorden
van de Waterweg onder zijn bevel had en de infanterie ten zuiden van de Water
weg, evenals de kustartillerie, onder de P.C. stond, was er voor C.-39 R.I., res.
luiternant-kolonel Jhr. W. E. Snoeck, feitelijk geen taak.
De compagnieën van 11-39 R.I., in het bijzonder de 2e en 3e Compagnie, waren
sedert Februari 1940 zeer verzwakt door het vertrek van de in Duitsland wonende
dienstplichtigen. Gedurende de mobilisatieperiode waren deze eerst samengebracht
bij onderdelen in het westen van het land, doch in Februari was besloten, hen met
groot verlof naar hun haardsteden in Duitsland te zenden, teneinde te voorkomen,
dat bij de periodieke verloven en door brieven ongewenste mededelingen van
militaire aard naar onze oosterburen werden overgebracht.
Bij 15 Res.G.C. was de commandant reeds geruime tijd wegens ziekte afwezig
en was een luitenant sedert 8 Mei ziek, zodat er van de officieren slechts een luite
nant aanwezig was. Er werd daarom een luitenant van 2-II-39 R.I. daarbij ge
detacheerd.
Van de kustartillerie waren de Batterijen VII en VIII eerst op 23 April 1940
volledig in de verdediging ingeschakeld kunnen worden, daar eerst toen commando-
en meetposten enz. geheel waren afgebouwd.
Na begin April 1940 werden steeds twee wachtbatterijen beschikbaar gehouden,
waarbij met het strikt nodige personeel steeds onmiddellijk met 3 stukken kon
worden gevuurd.
Met het koepelgeschut van het fort Maasmond was aanvankelijk slechts één
afsluitingsvuur op 300 m vóór de mond van de Nieuwe Waterweg voorbereid.
42
0 De stekelvarkens (met drie schietgaten en 180° schootsveld) waren van lichte constructie en niet
tegen artillerievuur bestand.
2) De gietstalen koepels waren, behalve de kap, geheel in gewapend beton gevat. Zij waren zeer goed.