politie de als N.S.B.-er te boek staande lieden en de daarmede sympathiserenden
te arresteren en op te sluiten in een lokaal van het fort Maasmond.
De P.C. begreep, dat het gevaar voornamelijk van de landzijde dreigde en gaf
daarom bevel aan C.-II-39 R.I., het zwaartepunt van de verdediging naar de land
zijde te verleggen. Als gevolg hiervan werd de opstelling als volgt gewijzigd:
2-II-39 R.I. bezette het oostfront, spoedig versterkt met 15 Res.G.C. (min een
sedie), die van het zeefront werd losgemaakt, waar slechts een sectie achterbleef;
1-11-39 R.I. bezette het noordfront van de kust tot en met de Pannenbuurt;
de twee secties zware mitrailleurs van de kust en twee secties mortieren werden
geplaatst in het duinterrein bij de Electrische Centrale;
het stuk 6 veld van de kust werd geplaatst bij het stuk aan de Nieuwlandsche
weg.
Het noordfront werd aldus gesteund door een sectie mortieren en een sectie 6 veld.
De regimentswielrijderspatrouille, onder bevel gesteld van C.-II-39 R.I., was
door deze reeds vroeg ter verkenning uitgezonden naar het Staalduinse bos; zij
trad weinig voortvarend op en bracht geen gegevens omtrent de vijand binnen.
Te 5.00 had de P.C. last gegeven, het personeel van de Marine-batterij aan de
Berghaven te zenden naar de Marine-batterij bij Vianda, teneinde deze naar het
oosten en noorden te beveiligen; later werden de kanons bij de Berghaven weder
door mariniers bemand. Te 6.00 zond de P.C. bovendien een sectie mariniers
uit de reserve naar de batterij bij Vianda met de opdracht, te verkennen in de
richting van het Staalduinse bos. Deze bereikte de zuidwestrand van het bos, waar
zij stelling nam in afwachting van de komst van andere troepen.
Zij trok echter terug toen zij hinder kreeg van artillerievuur van een batterij op
Rozenburg, welke op last van de P.C. op het bos vuurde.
Te 7.25 zond de P.C. bericht aan C.-Westfront, dat ongeveer 100 parachutisten
zich hadden ingegraven in het Staalduinse bos, doch de sectie mariniers stelde vast,
dat zich slechts 60-80 man in het bos ophielden, waarvan zij te 8.00 bericht zond
aan de P.C.
Toen het artillerievuur heviger werd, bovendien mitrailleurvuur uit de Positie
werd ontvangen en vrijwel zekerheid bestond, dat geen aanval meer uit de Positie
zou worden ondernomen, keerde de sectie terug naar Vianda, vanwaar in de
namiddag te 15.00 een patrouille werd uitgezonden, om enige ten zuidoosten van
het Staalduinse bos gelande vliegtuigen te vernielen; zij bleken echter reeds
zwaar te zijn beschadigd.
Zonder dat hieromtrent in de Positie nauwkeurige gegevens bekend waren,
hadden in de loop van de voormiddag reeds gevechten plaats gevonden tussen
eenheden van II-R.J., welk bataljon gelegerd was te 's-Gravenzande, met Duitsers
aan de Maasdijk ten noorden van het Staalduinse bos en met parachutisten, die
geland waren in de polder tussen 's-Gravenzande en Naaldwijk. Gedurende deze
actie was het bataljon, met achterlating van een gedeelte dat in voeling met de
Duitsers bleef, naar Naaldwijk aangetrokken, teneinde volgens ontvangen bevel
naar Rotterdam te vertrekken. Later was ook van Naaldwijk uit tegen de Duitsers
44