op de Maas te Rotterdam en op Waalhaven, te 5.45 op last van de Chef Marinestaf naar Rotterdam gezonden, teneinde mede te werken aan de verdediging van Rotterdam-noord. De divisie is niet meer te Hoek van Holland teruggekeerd. De torpedoboot jager Hr.Ms. Z. 5, die zich in zee bevond, ontving eveneens van de Chef Marinestaf bevel, naar Rotterdam op te stomen. Het schip kwam te 6.00 de Waterweg binnen en vertrok naar Rotterdam. Na een daadkrachtige deelname aan de strijd aldaar keerde het te 11.15 te Hoek van Holland terug. Het had te Rotterdam drie gewonden in een ziekenhuis doen opnemen en gaf te Hoek van Holland nog een drietal gewonden af x). Nog drie oorlogsschepen werden naar Hoek van Holland gedirigeerd met bestemming Rotterdam, n.l. de torpedoboot jager Hr.Ms. Van Galen uit Den Helder alsmede de kanonneerboten Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau en Flores uit Zeeland. Hr.Ms. Van Galen kwam te 14.00 de Waterweg binnen, na bij Terheiden Duitse vliegtuigen op het strand te hebben bevuurd. Het schip vertrok naar Rotterdam, werd ter hoogte van Vlaardingen door Duitse vliegtuigen aangevallen en werd zodanig beschadigd dat het, na in de Merwedehaven te zijn binnen gebracht, zonk. Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau verscheen te 17.00 te Hoek van Holland. In verband met het lot van Hr.Ms. Van Galen werd er van afgezien, nog meer oorlogsschepen naar Rotterdam te doen opstomen, weshalve het schip opdracht kreeg naar Vlissingen terug te keren. Hr.Ms. Flores ontving, niet ver van Hoek van Holland verwijderd, te 19.50 eveneens opdracht naar Vlissingen terug te keren. Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau vertrok met het invallen van de duisternis naar zee, moest in verband met het mijnengevaar dicht langs de zuiderpier varen, raakte geboeid, kwam weder los, doch bij sterke ebstroom kwam al manoeuvrerende een der schroeven in de ketting van de lichtboei. Het schip moest voor anker komen en tot de volgende dag blijven liggen. Het gelukte des nachts niet, de ketting van de schroef los te krijgen. Toen aangevraagde sleepboothulp niet verscheen werd getracht, met springstof de boei, die het schip beschadigde, te doen zinken en hierbij viel de ketting vrij van het schip. Op 11 Mei te 10.00 kwamen twee sleepboten die het schip lostrokken, waarna het op eigen kracht naar de Harwichsteiger kon opstomen. De P.C. had intussen Hr.Ms. Z. 5 naar Scheveningen gezonden om een kapitein van de genie met enig geniepersoneel af te halen, doch bij terugkomst te Hoek van Holland was de J. M. van Nassau reeds losgekomen. Nadat de door de lichtboei veroorzaakte schade provisorisch was hersteld, vertrok het schip met zwaar beschadigde bakboord- schroef op 12 Mei naar Den Helder. Even vóór het ontmeren had het eerste grote 48 x) Zie voor het deelnemen van de oorlogsschepen aan de strijd te Rotterdam het boek: „De Strijd om Rotterdam, Mei 1940" (Hoofddeel III, Deel 4, Onderdeel C van „De Strijd op Nederlands Grondgebied tijdens de Wereldoorlog II"),

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 64