luchtbombardement op het waterfront van de Positie plaats, doch hoewel vier bommen dicht bij het schip terecht kwamen, kon de haven voor zonsondergang worden verlaten l). Zoals bij de Positie IJmuiden werd medegedeeld zond de Britse Marine op 10 Mei vernielingsdetachementen naar Vlissingen, Hoek van Holland en IJmuiden. Het voor Hoek van Holland bestemde detachement werd vervoerd met de torpedoboot jager H.Ms. Wild Swan, die te 16.30 voor de Waterweg verscheen en door een loods langs de magnetische mijnen werd geleid. Het detachement stond onder bevel van Commander J. A. C. Hill, was 9 officieren en 86 man sterk en bestond uit een marineploeg en een genieploeg. Aan de marineploeg was door de Britse Admiraliteit opgedragen de vernieling van het kustgeschut, vier olietanks, de hulpmiddelen voor de navigatie en de dokken van de scheepswerven; voorts het blokkeren van de havens tussen Hoek van Holland en Rotterdam en het tot zinken brengen van alle schepen, die niet in staat waren om naar zee te vertrekken. De Commandant stelde zich in verbinding met de P.C., die geen bezwaar maakte tegen het treffen van voorbereidingen, doch uitdrukkelijk mededeelde, dat het tijdstip van vernielen door hem zou worden vastgesteld. Een Nederlandse marine officier werd aan de ploeg toegevoegd, die op 11 Mei met haar voorbereidingen gereed was. De genieploeg had opdracht, de olievoorraden te Rotterdam, die op 400 000 ton werden geschat, te vernietigen. Daar de P.C. het vervoer over land niet veilig achtte, liet hij de ploeg met de Loodsboot 19 naar Rotterdam brengen, welk schip te 20.00 vertrok met Commander Hill en de genieploeg aan boord en te 22.00 in de Lekhaven aankwam. De O.L.Z. gaf echter nog geen toestemming tot het ver nietigen van de olievoorraden. De genieploeg heeft daarop geholpen bij het inladen in de Loodsboot 19 van een hoeveelheid goud van de Nederlandse Bank, die naar Engeland in veiligheid zou worden gebracht. Daarna keerde de genieploeg over land naar Hoek van Holland terug, doch Commander Hill keerde met de loodsboot terug, die ter hoogte van Vlaardingen op een magnetische mijn liep en onmiddellijk zonk. Hierbij kwamen onder meer ook de Nederlandse marineofficier, Comman dant van de boot en Commander Hill om het leven 2).. Tegen het invallen van de duisternis op 10 Mei kwamen de Britse torpedoboot- jagers H.Ms. Hyperion en Havock te Hoek van Holland aan. Zij bleven gedurende de nacht aan de steiger gemeerd en vormden, te zamen met de Wild Swan, een welkome aanvulling voor de zwakke luchtafweer. Een Duitse bommenwerper wierp in de late namiddag bommen op de Positie, waardoor de Viandasteiger werd beschadigd. 49 1) Het schip heeft op 13 Mei Duitse artillerie voor de Afsluitdijk van het IJsselmeer onder vuur genomen en is op 14 Mei, na vertrek uit Nieuwe Diep, door Duitse vliegtuigen tot zinken gebracht. 2) De Duitsers hebben later van het goud voor een waarde van 19 a 20 millioen gulden weten te bergen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 65