welk aanbod werd afgeslagen daar Nederlandse troepen opdracht hadden, Waal haven te heroveren. Te 12.30 ontving genoemde commandant opdracht van zijn chef om Waalhaven onder vuur te nemen, doch deze opdracht werd niet uitgevoerd, daar er te Hoek van Holland geruchten waren, dat Waalhaven was heroverd (hetgeen niet juist was). Op verzoek van de P.C. gaf het schip op een afstand van ongeveer 900 m enige salvo's af op het Staalduinse bos, waar echter van de vijand niets kon worden waargenomen. Van de overige Britse schepen verliet H.Ms. Havock te 13.30 de haven, teneinde op verzoek van de P.C. vliegtuigen, die ten noorden van de Positie parachutisten afwierpen, te bevuren. Het schip nam bij Scheveningen luchtlandingen waar, doch kon hiertegen niets doen, daar het zelf door Duitse vliegtuigen werd aange vallen; het patrouilleerde de gehele nacht van 11 op 12 Mei buitengaats. H.Ms. Hyperion vertrok 11 Mei naar zee. Te ongeveer 16.45 kwamen twee Britse mijnenvegers (de trawlers Arctic - Hunter en Meiante), ingericht voor het vegen van magnetische mijnen, uit Vlissin- gen te Hoek van Holland aan. Zij begonnen onmiddellijk de monding van de Nieuwe Waterweg te vegen. Gebeurtenissen op 12 Mei Van 1.00-3.00 werd door koepel B (24 1. 30) van het fort Maasmond storend vuur afgegeven op het Staalduinse bos. Bij het tweede schot viel de hydraulische druk van de elevatie-inrichting plotseling weg, zodat de elevatie naar de nulstand terugliep. Het projectiel viel in de keuken van het R.V.S. kamp, doch sprong niet en veroorzaakte geen ander onheil, dan dat het eten verloren ging. Op 12 Mei te 5.15 kwamen de Britse torpedoboot jagers H.Ms. Verity en Veno mous voor de Waterweg, waar zij werden opgewacht door H.Ms. Wild Swan om vervolgens onder bescherming van drie Britse vliegtuigen naar binnen te varen en te meren. De eerstgenoemde twee schepen hadden een detachement mariniers aan boord, sterk 200 man, onder bevel van major B. G. B. Mitchell, welk detachement was uitgezonden ter bescherming van de vernielingsploeg. Na het debarkement ver trokken de drie Britse torpedoboot jagers weder naar zee, waar zij Duitse luchtaan vallen hadden te verduren. H.Ms. Wild Swan, die voor de kust bleef patrouilleren, werd te ongeveer 11.00 betrokken bij reddingswerk van het s.s. Prinses Juliana van de Stoomvaartmaat schappij Zeeland. Dit schip was van Vlissingen onderweg naar IJmuiden met aan boord een compagnie van 11-40 R.I. en een detachement van het Marine-bataljon, sterk ongeveer 80 man. Het werd voor Hoek van Holland aangevallen door Duitse vliegtuigen en door een "near miss" zodanig beschadigd, dat het slagzij begon te maken en moest worden verlaten. 52 (Zie schetskaart nr 8)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 68