Door H.Ms. Wild Swan en het Nederlandse B.V. 43 uit Hoek van Holland wer den alle opvarenden opgepikt en aan land gebracht, terwijl de Prinses Juliana door twee sleepboten tussen strandpalen 116 en 117 op het strand werd gezet. De be wapening der troepen was aan boord achtergelaten en later ingestelde pogingen om deze met een logger van boord te halen mislukten. De compagnie infanterie werd ondergebracht op het fort Maasmond en was vooralsnog niet in staat om te worden gebruikt. Van het detachement marine troepen kon ongeveer de helft met aanwezige reservewapens worden bewapend en worden ingeschakeld bij de verdediging. De Commandant van de te Hoek van Holland aangekomen Britse mariniers had intussen een commandopost ingericht nabij de steiger, terwijl een radiostation werd opgericht, dat reeds te 11.00 verbinding had met een walstation te Dover. De Britse mariniers mochten in verband met hun orders niet deelnemen aan een aanvallende actie tegen het Staalduinse bos, doch wel de verdedigende stelling versterken. Derhalve werden naar elk van de volgende punten 50 man ter verster king gezonden - Kruispunt nieuwe weg naar Rotterdam met 's-Gravenzandse weg; - Hilwoning; - Etablissement Vianda, waar de Nederlandse mariniers stonden. Bovendien werden 50 man belast met de bewaking van het station en de steiger. Een Nederlands officier van de mariniers werd aan de Britse commandant toe gevoegd als verbindingsofficier. De P.C. ontving mededeling van de Britten, dat de volgende dag nog 750 Britse militairen zouden worden gezonden, met de opdracht, desnoods vechtend naar 's-Gravenhage door te dringen. (Dit is ontleend aan het meldingenregister van C. - Westfront-Vg. Holland) Van 7.00-9.00 werden door koepel C (15 1. 30) van fort Maasmond 30 schoten afgegeven op de Bonnenwoning (zuidpunt van het Staalduinse bos). In de loop van de morgen werd overgegaan tot het in brand steken van huizen tussen het oostfront en het Staalduinse bos in verband met berichten omtrent lichtseinen uit die huizen Te 14.45 werd bevel ontvangen van C.-Vg.Holland, dat II-R.J. onmiddellijk met versnelde middelen van vervoer moest vertrekken naar Rotterdam en dat zo sterk mogelijke bezettingstroepen in de vroege morgen van 13 Mei het Staalduinse bos van vijand moesten zuiveren. De P.C. gaf hierop de nodige uitvoeringsbevelen. Als gevolg daarvan was te 17.00 II-R.J., zonder de 3e Compagnie (Rozenburg), verzameld en stonden 40 vrachtauto's voor het vervoer gereed. De B.C. liet be ginnen met het inladen van de paarden en het aanwezige deel van de trein 2). Tijdens dit inladen hadden tussen 19.50 en 20.20 vier luchtaanvallen plaats met bommen en mitrailleurs, waardoor de werkzaamheden telkens moest worden onderbroken. 53 1) Zeer waarschijnlijk waren deze waarnemingen onjuist. 2) Het grootste deel van de trein was op 10 Mei in Delft terecht gekomen en was dus niet aanwezig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1961 | | pagina 69